Verstandelijke beperking

Personen met een lichte, matige of diepe verstandelijke achterstand. Deze personen hebben soms functioneringsproblemen door een gebrek aan intellectueel, praktisch of sociaal vermogen.

Sterk in: 

Enthousiast meespelen is voor hen een koud kunstje. Ze doen heel graag activiteiten, hard werken en actie is wat ze vragen. Ze gaan op in hun fantasie. Sociaal contact leggen met andere kinderen is meestal geen probleem. Ze zullen snel vrienden maken en veel vertellen.

Moeilijk met:

Schoolse vaardigheden zoals rekenen, taal, verbanden leggen,... Abstract denken is heel vaak moeilijk. Zoals een voorstelling maken van dingen die je in de realiteit niet kan waarnemen. Een hoog tempo bij een activiteit kan moeilijk zijn wanneer een activiteit heel divers is en in een korte tijd vanalles moet gebeuren en de activiteit maar kort wordt uitgelegd.

Speeltips:

  • Voorzie opdrachten die niet steunen op schoolse vaardigheden.
  • Maak spelen niet te ingewikkeld en leg het stap per stap uit.
  • Beperk de spelregels en zorg dat die heel duidelijk en concreet opschreven worden. Bijvoorbeeld wel: de piraat tikt de mensen en dan moet je stilstaan. Niet: de zeelui gaan je pakken.
  • Doe je speluitleg eens voor, demonstreer het.
  • Bouw op van makkelijk naar moeilijk. Bespreek dus regel per regel en stel controlevragen.
  • Verander spelregels niet plots. Leg het spel stil als je iets verandert.
  • Voorzie activiteiten zonder competitie. Zo is er niet altijd een verliezer en is het niet om het best.
  • Deel je spel op in verschillende stukken. Zo is de speluitleg erg duidelijk.
  • Voorzie visualisering, maak plannetjes of zorg voor duidelijke rolomschrijvingen en karakters in het thema.
  • Breng structuur aan. Dat doe je door te visualiseren, je spelregels 1 per 1 te overlopen, ...
  • Kleed goed in en zorg dat die inkeding gedurende het hele spel blijft.
  • Probeer zo veel mogelijk met herkenbare figuren te werken. Speel met bestaande figuren zoals een piraten, aliens, koningen...


Personen met beperkingHoe omgaan met:

  • Wees geduldig. Soms begrijpen ze iets niet of weten ze niet wat ze moeten doen. Leg het spel desnoods nog eens uit en begeleid hen tijdens het proces.
  • Vaak vallen ze niet echt op in een groep, hou in de gaten welke kinderen zouden afvallen. Ze zullen niet vaak zeggen dat ze iets niet begrijpen.
  • Gebruik concrete woorden en zinnen. Laat abstracte begrippen en spreekwoorden weg.
  • Gebruik korte en duidelijke zinnen. Zo weten ze wat hen te doen staat.
  • Bekijk kritisch in welke leeftijdsgroep het kind het beste aansluiting vindt.
     

Hoe spelen aanpassen?

  • Herkenbare figuren gebruiken.
  • Schoolse vaardigheden vervangen door doe-opdrachten.
  • Een plan of schema maken om speluitleg te geven.
  • Tekeningen maken in plaats van kaartjes met namen. Bijvoorbeeld geen kaartje met naam piraat, maar een tekening met een piraat. Voorbeeld: Leventjesspel: Gebruik herkenbare figuren.
     

Bijvoorbeeld:

De detective is verkleed met een hoed en snor en staat ook afgebeeld op het briefje met een hoed en snor. Maak een overzichtje of plan van wat ze moeten doen.

Bijvoorbeeld:

kind gaat naar de post van de kip, krijgt daar een ei. Met dit ei lopen ze naar de boer. Van de boer krijgen ze geld. Met dit geld gaat het kind terug naar het kamp.Gebruik in plaats van briefjes waarop ' geld' of ' ei' geschreven staat duidelijke tekeningen van geld of eieren.