Kinderen die slecht of niet horen.
Sterk in:
Communicatie door liplezen of gebarentaal. Dat is soms hun enige manier van communiceren.
Moeilijk met:
Voelen zich vaak onzeker omdat ze niet altijd begrijpen wat er gebeurt en wat er gezegd wordt. Begrijpen snelle en kleine verbale communicatie niet.
Speeltips:
- Zorg ervoor dat slechts 1 persoon aan het woord is zodat ze goed kunnen volgen.
- Vermijd achtergrondlawaai bij een speluitleg. Sommige kinderen horen nog een beetje en als er te veel lawaai is kunnen ze de speluitleg niet meer selecteren uit het geruis.
- Visualiseer je speluitleg. Zo kunnen ze je uitleg ook zien en is de speluitleg voor hen een stuk duidelijker.
- Blijf praten, ook al horen ze je niet. Ze kunnen door middel van je lichaamstaal ook vaak details opvangen. Werk dus niet enkel en alleen met gebaren.
Hoe omgaan met:
- Trek de aandacht van het kind door bijvoorbeeld te zwaaien of in het gezichtsveld te komen staan.
- Herhaal wat je zegt in andere woorden en steun wat je zegt zo veel mogelijk op gebaren. Dat hoeft niet per se gebarentaal te zijn. Maar als je bijvoorbeeld zegt 'loopt' kan je evengoed een beetje lopen.
- Spreek langzaam en duidelijk en kijk naar de persoon.
- Zorg dat het kind je kan zien ook als je niet tegen hem/haar aan het praten bent.
- Spreek niet rechtstreeks in het oor of oorapparaat want dat kan pijnlijk zijn.
- Vraag een kind te herhalen wat hij/zij gehoord heeft. Zo weet je of het klopt.
- Als het kind niet kan praten vraag je of hij/zij het kan tonen.
Hoe spelen aanpassen?
- Het spel visueel demonstreren door een schema of plan te maken of voor te tonen.
- Opdrachten neerschrijven in plaats van vertellen.
- Personages uit thema herkenbaar maken... Als de politieman op het schema een hoed aan heeft, de politieman in het echt ook een hoed geven.
- Wanneer het startsein gegeven wordt een vlag in de lucht steken.
- Vervang opdrachten met geluiden door doe-opdrachten of opdrachten waarbij licht gebruikt wordt.
- Bijvoorbeeld lied neuriën vervangen door: een gedicht schrijven / een geluid zoeken / een licht zoeken.
- Werk met pictogrammen om dingen aan te duiden. Bijvoorbeeld de verzamelplaats, vieruurtjestijd,...
Voorbeeld: Zakdoekje leggen
Iedereen zingt het liedje, maar om te weten wanneer de persoon met een auditieve beperking de zakdoek moet neerleggen steek je een vlag in de lucht. Als je geen gebaren kan, maak dan gebruik van een schema en doe het spel voor.