Dit kan je altijd tevoorschijn toveren en de kinderen zijn er dol op: Vertel zo overtuigend mogelijk een denkbeeldig verhaal, waar de kinderen aan mee kunnen doen. Bijv.
* “Daar loopt een draak, kom we vangen hem en gaan hem kietelen”.
* “De trein naar slappe-lachland vertrekt zo dadelijk, wie gaat er mee?” Als de kinderen in de trein stappen, moet iedereen de slappe lach krijgen.
* “De grond wordt heet, voelen jullie dat ook? We zullen moeten trippelen, we kunnen niet lang aan een stuk op de grond blijven staan”.
Tip: het laatste voorbeeld kan je gebruiken als de leden niet willen luisteren om mee te komen.