Opnieuw staan de spelers in estaffetteopstellin. Onder elk ploegje worden 10 kaartjes verdeeld met daarop de cijfers van 0 tot 9. Voor de ploegjes op een drietal meter staat de spelleider achter een lijn. De spelleider roept een getal, de ploegjes moeten dan de spelers met de cijfers erop uitsturen om het getal te vormen aan de lijn voor de spelleider. Voorbeeld : de spelleider roept "negen!", dan lopen de spelers van elk ploegje met het cijfer 0 en 9 naar de lijn en gaan zo staan dat 09 gevormd wordt. Wie het eerst zijn getal vormt heeft een punt. Het spreekt vanzelf dat getallen met dubbele cijfers niet kunnen voorkomen. (vb. 11, 22, 33)