Boerenactiviteit

Groepsindeling

 Iedereen begint als boer.

1. Lucky Luck (‘pang pang’): de 5 eerste die afvallen vormen team ‘tomaat aka tomatenplukkers’
2. Vleeshoop: iedereen ligt op grond met handen in elkaar. De 5 van team ‘ketchup’ moeten er 5 proberen uittrekken. Die 5 vormen team ‘vlees’
3. Dassenroof: de 10 die overblijven steken een das achteraan hun broek. De boeren van team ‘tomaat aka tomatenplukkers’ en team ‘vlees’ proberen die af te pakken. De eerste 5 die ze pakken, worden team ‘brood’. Evt. hanengevecht ipv. dassenroof ivm. de dassen.
4. De laatste 5 worden team ‘sla’.

Elk Team krijgt een ‘boerderij’ toegewezen.

OPDRACHT 1: Elk team krijgt een poster om hun boerderij te promoten. De teams krijgen punten naargelang de originaliteit en aantrekkelijkheid van hun poster en slogan.

Het spel

Iedereen begint vanuit zijn kamp met de kroonkurk van zijn boerderij (cola light = vlees, ice-tea = brood, palm = sla, cola= ketchup). Men moet proberen de 4 kroonkurken te verzamelen en die te brengen naar de hamburgercentrale aka McDonalds (de centrale post). Daar krijgt men een opdracht waarmee een puzzelstuk kan verdient worden, de verdiende puzzelstukken brengen ze naar hun boerderij. Samen vormen de puzzelstukken een kaart waarop de schat staat aangeduid. De schat ligt op het terrein en bestaat uit hamburgersnoepjes.

Kroonkurken verdienen?

De boeren kunnen kroonkurken verdienen door:

1. Kroonkurken te zoeken die over heel het terrein verstopt liggen.
2. Andere boeren aan te tikken en hen uit te dagen met blad-steen-schaar of hanengevecht.

Opdrachten

Opdracht 1: de hooiberg.

• De boeren moeten het gegeven object zoeken in de hooiberg, dit binnen een bepaalde tijd.

Opdracht 2: Smaakproef.

• Verschil tussen paprika lays en paprikachips van een ander merk.
• Verschil tussen Cola en pepsi.

Opdracht 3: kruiwagen.

• De boeren leggen een kruiwagenparcours in estafette af binnen een bepaalde tijd.

Opdracht 4: boerenraadsels.

De boeren krijgen een blad vol boerenraadsels en dienen deze op te lossen. Welke woorden zitten hierin verborgen? TIP: Het heeft met boeren te maken!

1. OBER
2. CORTRAT
3. REGENTON
4. EPPINK
5. KVERAN
6. RKAKE
7. KELOKEM
8. RADPALPAE
9. NRAGA
10.  

Opdracht 5: ‘truirace’

• De boeren staan in een rij en moeten de tomaat door hun trui doorgeven zonder de handen te gebruiken. De tomaat wordt bovenaan in de trui gestoken en komt er langs onder uit en moet dan in de ‘kol’ van de volgende terecht komen.

Opdracht 6: propere handjes.

• Na al het zware werk op de boerderij verdienen de handen van de boeren wel een opkuisbeurt. De boeren wassen het stuk zeep dat ze krijgen zo snel mogelijk op.

Opdracht 7: Verdedig je eieren.

• Iedereen krijgt een ei op zijn hoofd geplakt. Het is de bedoeling om het ei van de anderen kapot te kloppen met je handen. De groep van de persoon die als laatste over blijft met een heel ei, wint het spel.

Opdracht 8: Stallenoorlog.

• Het terrein wordt in 3 grote delen (stallen) verdeeld. De ene groep zijn allemaal koeien, de andere groep zijn allemaal varkens, de laatste groep allemaal kippen. Het is de bedoeling om op 3 minuten tijd zoveel mogelijk andere dieren in je eigen stal te krijgen. De groep met de meeste dieren in hun stal na 3 minuten, wint het spel

Opdracht 9: Hooivork-speerwerp-darts.

• Alle deelnemers staan achter een startlijn. Ze lopen aan en gooien met een hooivork naar een op de grond getekende schietschijf met punten (5, 10, 15, 20 en 25 punten). Het is de bedoeling om in zo weinig mogelijk worpen van 300 naar 0 te gaan. De groep die de minste worpen nodig heeft, wint het spel.

Opdracht 10: Kippenhok

• De leden staan in een grote kring. Er worden in de kring 2 eieren doorgegeven, elk ei in de andere richting. Wanneer de 2 eieren elkaar kruisen doen de 2 leden die elkaar op dat moment een ei geven het gekakel van een kip na. Een geblinddoekt speler in het midden moet trachten het ei dat doorgegeven wordt kapot te breken. Lukt dit dan komt de deelnemer in wiens handen het ei brak in het midden te staan.