De spelers vormen een kring. Doe een namenrondje waarin iedereen in de kring zich voorstelt. De spelleider start met werpen en zegt: "Ik ben (eigen naam) en ik gooi de wereldbol naar (naam naar wie je werpt)".
Variaties:
Extra informatie toevoegen zoals "Ik ben (eigen naam) uit (gemeente) en ik gooi de wereldbol naar (naam naar wie je werpt) uit (gemeente)"
Geef een beperking zoals je mag maar met een been op de grond staan.
Andere voorwerpen dan een bal.
Meerdere voorwerpen, en dus meerdere mensen die het proces doorlopen.