Paniek op de Pietenschool

Paniek op de Pietenschool

Speluitleg

O jee, er is een groot Pietentekort! Zo zullen de pakjes niet bij alle kinderen geraken... Kunnen de ribbels zich klaarstomen op de Pietenschool zodat ze Piet-van-dienst kunnen zijn in het drukke pakjesseizoen? Sinterklaas kan het namelijk niet alleen! 
 
Je kan dit spel gewoon spelen op een gewone Chirodag, maar ook als de Sint en Piet langskomen. Dan laat je gewoon een aantal spelletjes weg. 

 

Materiaal 

  • 6 schoorstenen (of hoepels, papier, enz.) in 6 kleuren* (karton) 

  • Verf (*paars, rood, oranje, geel, blauw en groen) 

  • Verkleedkleren voor de leiding 

  • Brief van de Sint 

  • Pietendiploma (per kind of één voor de hele groep) 

  • Materialen voor parcours (tafel, stoelen, springtouw, stoepkrijt, pakjes en kartonnen doos) 

  • Witte papieren 

  • Verfborstels en verf OF kleurpotloden 

  • Stoelen 

  • Muziekbox 

  • Ingepakt pakje (één minder dan het aantal duo's) 

  • Koekjes (letterkoekjes, pepernoten, enz.) 

 

Voorbereiding 

  • Schoorstenen knutselen 

  • Pakjes maken (doosjes inpakken) 

  • Koekjes aankopen (letterkoekjes, pepernoten,.. 

  • Parcours klaarzetten 

  • Materiaal klaarzetten 

  • Je verkleden

  • Eventueel materiaal afdrukken

 

Spelverloop 

De ribbelleiding (verkleed als verschillende Pieten) komt naar de ribbels toegelopen met een heel belangrijke boodschap. Er is een brief van de Sint aangekomen! Lees de brief voor aan de ribbels. Willen zij mee naar de Pietenschool? 

 

De Pietenschool bestaat uit zes levels die ze kunnen behalen door speciale oefeningen uit te voeren. Om naar het volgende level te gaan, kruipen de kinderen telkens door een schoorsteen. Daarna krijgen ze een veegje verf op hun wangen. 
Dat veegje is telkens een andere kleur gelinkt aan een activiteit in de Pietenschool: 
 

  • Paars: De Schilderpiet wil zijn kamer paars kleuren, maar heeft per ongeluk ook de schoorsteen geverfd. De kinderen krijgen daardoor een paars veegje op hun wang. 

  • Rood: De Danspiet heeft rode kaakjes gekregen van de warmte. Daardoor krijgt iedereen een rood streepje. 

  • Oranje: De Modepiet was al het oranje inpakpapier beu en heeft dat willen verbranden in de kachel. Daardoor ziet heel de schoolsteen oranje, vandaar de oranje veeg. 

  • Geel: De Stalpiet bewaart de voorraad stro in de schoorsteen. Daardoor ziet de schoorsteen helemaal geel. 

  • Blauw: De Fluisterpiet heeft veel keelpijn, daardoor kan hij niet meer luid spreken.  
    Om zijn keel te verzorgen, eet hij dag in dag uit smurfenijs. Het ijs is gesmolten waardoor heel de schoorsteen blauw ziet. 

  • Groen: De Kookpiet heeft een gerecht gemaakt met heel veel groene kruiden. 
    Daarom krijgt iedereen een groen veegje. 

 

 

Level 1 -  Schilderpiet (paars veegje) 

Om na het pakjes leveren tot rust te komen, maakt Schilderpiet elke avond een schilderij. Daarom heeft hij de volgende opdracht bedacht voor de Pietenopleiding. 

 
Verdeel de ribbels in twee tot vier ploegen (afhankelijk van het materiaal dat je kan voorzien). 
Die ploegjes leggen een kort parcours af. Indien mogelijk leggen de leden dat parcours af met een zak met pakjes op hun rug. Daarvoor kan je een kussensloop, plastic zak, jutezak, enz. gebruiken. 

 

Een parcours kan bestaan uit: 

  • Het dak op: de leden klimmen over een tafel; dat is het dak. 

  • Door de dakgoot: leg een springtouw op de grond of trek met stoepkrijt een lijn. Daar moeten de ribbels over lopen zonder ernaast te stappen. 

  • Pakjes afleveren: zet een grote kartonnen doos neer; dat is de schoorsteen. De leden moeten hier een pakje in gooien vanaf een bepaalde afstand. 

  • Van het dak springen: de leden springen van stoel naar stoel. Plaats die stoelen op een redelijke afstand van elkaar. 

 

Op het einde van elk parcours ligt een papier. De leden schilderen (of tekenen) daar één onderdeel van een Piet op. De leiding geeft aan welk onderdeel ze mogen tekenen. Bv.: een hoofd, het haar, de broek, enz. De kleurtjes mogen ze zelf kiezen. 

 

Op het einde van dit level bekijk je samen de tekeningen. Zitten hier stereotiepe kenmerken in zoals een donkere huidskleur, kroeshaar, dikke rode lippen, mannelijke eigenschappen, enz.? Ga dan het gesprek aan met de groep en praat over waarom iedereen Piet kan zijn en elke Piet er anders uitziet. Daarna kan iedereen door de schoorsteen springen en krijgen ze hun eerste veegje. 

 
 

Level 2 – Danspiet (rood veegje) 

De Danspiet houdt van dansen en springen op muziek. Daardoor krijgt Danspiet telkens rode wangetjes. Speciaal voor dit level heeft Danspiet hun afspeellijst met ons gedeeld: https://open.spotify.com/album/1Nqpyh6AqvbgWS2pqla1yP?si=Ghv3GK0FTl2QNNjfyNysww  

 

De ribbels spelen stoelendans. Zolang de muziek speelt, dansen ze rond de stoelen die in een kring staan. Wanneer de muziek stopt, probeert iedereen op een stoel te gaan zitten. Wie geen stoel heeft, valt af. 
De kinderen die afvallen, kunnen in het midden van de kring meezingen en dansen. De laatste dansers mogen iedereen rode veegjes geven. 

 

 

Level 3 – Modepiet (oranje veegje) 

Modepiet is verantwoordelijk voor de keuze van het inpakpapier van de cadeautjes.  
 

In dit level spelen de ribbels tik-tak-boem, dat we omgevormd hebben tot Roet-Roet-Piet met een cadeautje in plaats van een bal. 
De spelers staan in een cirkel. Er staat één leid.st.er in het midden van de kring. Die roept constant 'ROET-ROET', de ribbels geven in één richting een cadeautje door naar de speler naast hen. 
Wanneer de persoon in het midden 'SCHOORSTEEN' roept, verandert het pakje van richting. 
Wanneer de persoon in het midden 'PIET' roept, ontploft het pakje en moet de speler met het pakje in de hand met gestrekte benen op de grond gaan zitten. Als je het cadeautje moet doorgeven en de speler naast jou zit op de grond, dan moet je over hun benen springen. Je loopt altijd terug naar jouw eigen plaats! 

 

 

Level 4 – Stalpiet (geel veegje) 

Stalpiets lievelingsspel is paard-en-Piet. Alle deelnemers staan per twee in een kring. De Pieten gaan op de rug van hun paard zitten. In het midden van de kring liggen er pakjes. Wanneer een leid.st.er fluit, lopen de Pieten één keer rond de kring. Wanneer ze terug bij hun paard komen, kruipen ze door de benen en proberen ze een pakje te bemachtigen. Het duo dat geen pakje heeft, valt af. Daarna wisselen de overgebleven spelers binnen hun duo van rol. 

 
Het laatst overblijvende duo krijgt als eerste een geel veegje en mag de anderen een veegje geven. 

 

 

Level 5 – Fluisterpiet (blauw veegje) 

De pakjes moeten heel stilletjes geleverd kunnen worden zodat de kinderen niet wakker worden. 

De ribbels zetten zich in een kringetje van tien personen. De leiding fluistert een zin in het oor van de eerste speler. Die fluistert het door naar hun buur, zo gaat het door tot de zin bij de laatste persoon is. De laatste persoon zegt de zin luidop. Ze moeten proberen er met hun ploeg voor te zorgen dat de zin nog hetzelfde blijft als in het begin. 

 

Mogelijke zinnen: 

  • Het lievelingseten van elke Piet en Miet is een bakje friet! 

  • Dik of dun, groot of klein, iedereen mag Piet zijn. 

  • Sinterklaas is mijn beste maatje. Daarom krijgt hij van mij dagelijks een chocolaatje. 

  • ... 

 

Bespreek eventueel na het spel de zinnen die je gebruikte. Haal aan dat iedereen Piet of Miet kan worden. Geef iedereen een blauw veegje. 

 

Level 6 – Kookpiet (groen veegje) 

Omdat Kookpiet veel koekjes moet proeven op korte tijd moet je in dit level zoveel mogelijk koekjes in je mond stoppen. 

De ribbels staan in een kring. Ze steken om beurten een koekje in hun mond en zeggen daarna 'Roetpiet'. Dan steken ze een volgend koekje in hun mond en zeggen ze opnieuw 'Roetpiet'. Let op: ze mogen niet kauwen op hun koekje! De leden blijven koekjes bijsteken tot ze geen 'Roetpiet' meer kunnen zeggen of de koekjes uitspuwen van het lachen. De laatste persoon die 'Roetpiet' kan zeggen, mag als eerste door de schoorsteen en mag iedereen een veegje geven. 

 

 

Einde spel: uitreiking Pietendiploma: 

Het is wel duidelijk: alle ribbels zijn welkom in de Pietenschool! Iedereen kan een goede Piet worden. 

De ribbels verzinnen een Pietennaam voor zichzelf. De leiding noteert die op het Pietendiploma. 

 

Tip: Lukt het niet om voor iedereen een Pietendiploma af te drukken? Je kan er ook één voor de hele groep maken. Of noteer al jullie namen op een krijtbord, groot papier, de muur, enz. en bewonder alle Pieten met hun eigen talenten! 

 

 

 

 

Dit spel werd bedacht door: Steffie Liekens, Pamela Gladines, Emma Verwaest, Dieter Bernard en Silke Vermeiren, studenten bachelor leraar lager onderwijs aan Thomas More Turnhout. 

Toegankelijke variant

Inclusief werken: maak je spelen toegankelijk(er) 

Creëer een positieve sfeer waarin elk lid zich veilig kan voelen. Een van de vele manieren daarvoor is het gegeven Sint en Piet niet als dreigement te gebruiken. Vermijd zinnen als: 'Straks vlieg je in de zak' of 'Als je stout bent, krijg je geen snoep'. 

Ook aankleding speelt een rol: het kan kinderen stimuleren in hun fantasie en spel. Denk aan vlaggetjes, liedjes en verkleedkleren. Zorg er daarbij voor dat de figuur van Piet geen stereotiepe kenmerken vertoont. Hou het dus bij roetvegen (in verschillende kleuren), vrolijke kleren, gekke sokken, enz. 

 

  • Spel 1 - Pietenparcours: Je kan onderdelen van het parcours aanpassen zodat het makkelijk toegankelijk en haalbaar is voor iedereen. Bijvoorbeeld: kegels zetten waartussen de leden moeten slalommen. 

  • Spel 2 - Stoelendans: Is dat voor iemand moeilijk? Dan kan die bijvoorbeeld helpen met de bediening van de muziek. Zo heeft die nog altijd een rol en is die nuttig voor het spel. 
    Je kan in plaats van stoelen ook kranten gebruiken. Daarbij moeten de leden zo snel mogelijk op een krant gaan staan. 

  • Spel 3 Roet-Roet-Piet: Hier kan je aanpassingen doen door de leden niet te laten springen over de benen van de andere kinderen, maar het cadeau gewoon te laten gooien naar elkaar. Het kan ook zittend gespeeld worden. 

  • Spel 4 Paard-en-Piet: Leden gaan niet op elkaars rug zitten maar mogen gewoon achter elkaar staan. Als het voor sommige leden niet mogelijk is om rond de kring te lopen, mag die ook rond de persoon die voor hem of haar een rondje lopen. 

  • Spel 5 – Fluisterspel: Als dit spel moeizaam verloopt, kan je de groep kleiner maken. 

  • Spel 6 - Pepernotenspel: Bij allergieën kun je ook andere voedingswaren kiezen. Mandarijnenpartjes? 

Organisatie
Chirojeugd Vlaanderen