Per spelronde heb je voor elke speler een envelop met vraag nodig.Voorzie minimum 3 spelrondes.
Iedereen zit rond een tafel en krijgt eenzelfde pen, een stapeltje kleine blanco kaartjes en de drie gokkaartjes.
Het spel verloopt in drie fasen:
- Stemmen
- Het voorspellen van de uitslagen
- Het tellen van de stemmen
Stemmen
Iedere speler krijgt een envelop met een vraag erop.Je leest die vraag voor jezelf en beantwoordt ze door een keuze te maken uit je medespeler.Bijvoorbeeld op de vraag “Met wie wil je gedurende een hele maand op een onbewoond eiland vertoeven?” antwoord je “An” en “Peter”.Deze namen schrijf je op de blanco kaartjes (een naam per kaartje).Je brengt altijd twee stemmen uit.Dit mag twee keer dezelfde naam zijn of twee verschillende namen.Het moeten altijd namen zijn van mensen die aanwezig zijn en het mag niet je eigen naam zijn.Daarna steek je de kaartjes, zonder dat je buren ze kunnen lezen, in de envelop.
De envelop wordt nu links doorgegeven.Alle spelers brengen nu hun stem uit op deze voor hen nieuwe vraag en geven dan de envelop weer door aan hun linkerbuur.De enveloppen maken zo een rondje langs alle spelers tot een vraag terug is bij de persoon die hem eerst beantwoordde.Iedereen heeft nu op elke vraag twee stemmen uitgebracht maar er gaat nog geen envelop open.Eerst komen we aan de volgende fase.
Het Voorspellen van de Uitslag
De eerste speler leest de vraag die op zijn envelop staat hardop voor.Alle spelers voorspellen tegelijk of zijzelf in desbetreffende envelop
- Het meest (+) voorkomen
- Wel maar niet het meest (+/-) voorkomen
- Helemaal niet (-) voorkomen
Je voorspelt door een van de drie gokkaartjes voor je op tafel te leggen.
Het Tellen van de Stemmen
Pas als alle gokkaartjes op tafel liggen wordt de omslag geopend en worden alle namen voorgelezen en geteld.Zo wordt het voor elke persoon duidelijk of hij/zij zichzelf juist heeft ingeschat.
Goede voorspellingen worden als volgt beloond:
- Vijf punten voor wie het meest/minst in de envelop voorkomt en dit juist heeft gegokt
- Een punt voor diegene die +/- gegokt heeft en voor wie dat ook klopt.
Foute voorspellingen krijgen geen punten.
Daarna leest de volgende speler zijn vraag voor, de spelers voorspellen de uitslag, de stemmen worden geteld enz.Wie aan het einde van het spel de meeste punten heeft is de winnaar.
MOGELIJKE VRAGEN
- Met wie wil je gedurende een hele maand op een onbewoond eiland vertoeven?
- Tot wie voel je je het meest aangetrokken?
- Wie gedraagt zich het meest macho?
- Met wie zou je het geen week uithouden?
- Welke persoon van hetzelfde geslacht zou je willen kussen?
- Wie zal het eerste trouwen?
- Wie zal nooit trouwen?
- Wie is het meest moederlijke type?
- Wie zal het vlugst kinderen hebben?
- Wie wordt een carrièreman/-vrouw?
- Wie zal op de meest originele manier vrijen?
- Wie zal het meest doen in het huishouden?
- Wie kan het best een ruzie uitpraten?
- Wie heeft de mooiste ogen?
- …
(De lijst kan naar eigen fantasie of samen met de deelnemers uitgebreid worden).
BELANGRIJK
Dit spel speel je best met een groep die goed aan elkaar hangt en waarin iedereen zich veilig voelt!
Bron: “Levende Lijven, handboek voor het jeugdwerk met achtergrond en werkvormen over relaties en seksualiteit”, Katholieke Jeugdraad, 1996.
Materiaal
Materiaal:
Enveloppen met een vraag (zie verder voorbeeldvragen) op de buitenkant van elke envelop geschreven, voor iedereen een pen (allemaal dezelfde), kleine blanco kaartjes, per deelnemer drie gokkaartjes: een met een plus (+), een met een min (-), en een met een plus/min (+/-).