1 persoon is herder, de rest is een schaap. Schapen kunnen alleen maar blaten en zijn geblinddoekt. Ze kunnen geen menselijke geluiden voortbrengen en kunnen dus enkel blaten.
De schapen staan in de wei en moeten terug naar de stal. De herder heeft geen hond en zit vast op het veld, hij kan zeker niet rondlopen! De herder komt van Mars en spreekt dus ook al geen Nederlands, in allerijl heeft hij wel geleerd klanken te reproduceren.
Eén van de manieren om de schapen terug te brengen in de stal zal ik uitleggen, er zijn er waarschijnlijk nog, aan u ze uit te zoeken...
De herder kan niet echt praten, maar wel klanken uitbrengen. Dus al zeker klinkers: a,e,i,o en u.
A= achteruit, E=rechts, I=links en O=vooruit.
Ieder schaap krijgt een nummer aangewezen en moet dat onthouden voor zich. De herder krijgt een fluitje mee. Hij fluit 1 maal en schaap nr1 blaat om zich kenbaar te maken. Dan kan de herder beginnen met a,e,i of o t roepen en zo verder... Als het schaap er is maakt het een extra geluid om aan de groep weer te geven dat het aangekomen is. Daarna mag de blinddoek uit. En kan men de anderen in de gaten houden.
Opmerkingen
Het is de bedoeling dat de groep zelf de uitleg zoekt en dat de begeleiding niet de pap in de mond geeft. Er bestaan nog andere methoden waarschijnlijk, maar dat zoeken de deelnemers zelf uit. De duur van het spel is afhankelijk van wat de groep zichzelf oplegt aan regels. Laat ze maar even zoeken, tenslotte moeten zij met een oplossing komen, niet de begeleiding!
