De begeleiders leggen 's avonds of 's nachts allemaal kaartjes of iets anders op een open plek in het bos. De spelers gaan 20 meter (of verder) staan op het vertrekpunt en wanneer er gefloten wordt, mogen ze starten. Ze proberen naar de kaartjes te sluipen en er zoveel mogelijk te pakken. Als iemand door een van de begeleiders geflitst word (met een zaklamp) moet hij al zijn kaartjes afegeven en terug opnieuw beginnen. Diegene met de meeste kaartjes heeft op het einde van het spel wint.