Waar ligt jouw kracht

Waar ligt jouw kracht

Speluitleg

Jakob werd geraakt in zijn kracht en liep daardoor mank. Tijdens deze activiteit staan we stil bij krachten en kwetsuren.

 

Deel 1: Opwarmingsoefeningen op kracht

 

De jongeren kunnen enkele krachtoefeningen doen.

Voorbeelden:

- armworstelen (per 2)

 

- zo lang mogelijk in elkaars ogen kijken zonder te lachen

 

- hanengevecht (per 2 of in groep): deelnemers gaan op 1 been staan met hun armen voor hun lichaam gekruist. Ze proberen al springend de anderen uit evenwicht te brengen. Wie zijn/haar andere been op de grond zet, valt uit.

 

- achterwerkduwen (in groep): Er wordt een cirkel op de grond getekend waar alle deelnemers zich in plaatsen. Ze proberen de anderen met hun achterwerk uit de cirkel te duwen. Wie buiten de cirkel stapt valt uit.

 

- zo lang mogelijk geblinddoekt op 1 been staan (in groep)

 

- hartslagoefening (in groep): Breng gedurende 1 minuut je hartslag zo hoog mogelijk. Laat gedurende de volgende minuut je hartslag weer zo laag mogelijk zakken. Zorg ervoor dat het verschil tussen hoogste en laagste zo groot mogelijk is.

 

- mensen heffen: 1 deelnemer legt zich op de grond en spant zich volledig op. De andere deelnemers heffen deze persoon op tot boven hun hoofden.

 

Nabespreking:

* Wat was nodig voor deze oefeningen: fysieke of mentale kracht?

* Hoe heb je de oefeningen waarvoor mentale kracht nodig was, aangepakt? Ging dit gemakkelijk of vond je dit moeilijk?

 

- Rotsen van mensen (oefening per 2): 1 deelnemer plaatst zich ergens in de ruimte en maakt van zichzelf een rots. Een andere deelnemer mag vervolgens op verschillende plaatsen tegen deze rots duwen.

 

Nabespreking:

* Was het mogelijk om je in beweging te brengen?

* Waar sta je stevig? Waar minder stevig?

* Waar heb je als rots controle over en wat kan je niet controleren?

 

 

Deel 2: Geraakt in mijn kracht

Wanneer iemand geraakt wordt in zijn kracht, kan hij dat soms ook lichamelijk ervaren. Sommige mensen krijgen buikpijn, anderen krijgen hoofdpijn of een trillende stem. In het volgende deel staan de jongeren stil bij waar zij pijn of kwetsuren ervaren.

 

 

De deelnemers maken een tekening van zichzelf en duiden op deze tekening aan waar zij kwetsuren voelen/ervaren. Daarna brengen zij doeken of zwachtels aan op het lichaamsdeel waar zij hun kwetsuren voelen/ervaren of het lichaamsdeel dat zij met kwetsuren of pijn associëren. Vervolgens kiezen ze een plaats in de ruimte en nemen ze daarbij een houding aan.

 

Bespreking: tijdens de bespreking spreken de deelnemers alsof zij zelf het verband zijn: ‘ik ben de zwachtel (windel, verband) van … en ik ben rondom … heengeslagen omdat …’

 

Enkele extra vragen:

* Waar werd jij geraakt in je kracht? Welke littekens draag jij mee in je leven?

* Laat je deze littekens zien aan anderen? Welke wel en welke niet?

* Wat heb jij nodig om weer in je kracht (dezelfde of een andere) te kunnen gaan staan? Wat zorgt ervoor dat jij je kracht weer terugvindt? (Indien deelnemers hier dingen aanbrengen die ter plekke kunnen uitgevoerd worden, kan je deze ook effectief doen)

 

 

Deel 3: Bezoek (optioneel, 120 minuten)

Breng met je groep een bezoek aan iemand die lichamelijk ‘gekwetst’ of beperkt is. Hoe kunnen mensen ondanks hun fysieke beperkingen toch in een andere soort kracht gaan staan?

Als de ontmoeting veel emoties heeft losgeweekt bij de deelnemers, geef hen dan voldoende tijd en ruimte om weer op adem te komen.

 

 

Deel 4: Met vallen en opstaan

Ter afronding kan de tekst ‘Met vallen en opstaan’ van Hedwig van Peteghem worden gelezen (Zie ‘Bijlage_met vallen en opstaan’).

Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?

Surf naar www.ijd.be

Materiaal

/* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-qformat:yes; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:11.0pt; font-family:"Calibri","sans-serif"; mso-ascii-font-family:Calibri; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-fareast-font-family:"Times New Roman"; mso-fareast-theme-font:minor-fareast; mso-hansi-font-family:Calibri; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-bidi-font-family:"Times New Roman"; mso-bidi-theme-font:minor-bidi;}

- tafel en stoelen

- blinddoeken

- hartslagmeter

- chronometer

- schrijfgerief

- papier

- kleurpotloden

- zwachtels, windels, allerlei verbanden

- tekst met vallen en opstaan

Organisatie
Interdiocesane Jeugddienst vzw

Leeftijd

16
tot
18 jaar

Aantal spelers

6
tot
12 spelers
Duur
90 minuten
Aantal groepen
1 groep
Soort
Intensiteit
matig