Je verdeelt de kindjes in twee groepen. Ze proberen om het eerst te raden welke persoon, dier of voorwerp de leider of leidster in gedachten heeft. Dat doen ze door spelletjes tegen elkaar te spelen. De winnende groep mag telkens een vraag stellen aan de leiding.
Bijvoorbeeld:
estafette: zoek een knikker in een schaal met bloem.
Speel "dode vis" in ploegen. Alle spelers liggen muisstil op de grond. Van elke ploeg loopt er één "visboer" rond die controleert of de vissen van de andere ploeg echt dood zijn. Hij of zij mag de vissen niet aanraken, maar mag hen wel proberen te doen lachen, te laten bewegen, enz. Bijvoorbeeld door mopjes te vertellen.
Zoek om het snelst 10 verschillende soorten bladeren.
Speel een wedstrijdje tienbal of voetbal.
Speel verstoppertje Kiekeboe. De speler die laatst overblijft, krijgt de overwinning voor haar of zijn ploeg.
De ploeg die het eerst raadt waar de leiding aan denkt, heeft gewonnen.
