Boerengolf is een balspel, waarbij een leren bal (diameter 14 cm) met een Boerengolf club bij de afslag wordt weggeslagen in de richting van een gemarkeerd put of hole. De hole is een emmer met diameter 20 cm in de grond. Doel van Boerengolf is om de bal in zo min mogelijk aantal slagen in een emmer te doen belanden. Een Boerengolf baan heeft meestal 10 holes.
Bij Boerengolf spelen twee teams tegen elkaar. Een team bestaat uit maximaal 5 personen. Elk team heeft een eigen bal en een Boerengolf club (een golfstok met klomp). De groep die het verst van de hole verwijderd is, is aan slag. Binnen een team zijn spelers na elkaar aan de beurt. Het spel of een wedstrijd begint met een afslag. Team 1 slaat de bal vanaf het afslag punt en vervolgens team 2. De bal die dan het verst van de hole is verwijderd wordt geslagen.
De bal mag altijd een clublengte verplaatst worden, maar nooit zo dat de bal dichter bij de put komt te liggen. Een hole is gemaakt als de bal in emmer is geslagen. Voor de afslag na een hole wordt de bal 4 meter in de richting van de volgende hole gelegd.
Aantal slagen worden bijgehouden op een wedstrijd formulier. Op het wedstrijdformulier worden de namen van de teamleden ingevuld. Onder de nummers van de holes (1 t/m 10) wordt het aantal slagen per hole bijgehouden door te turven. Het team dat het minste aantal slagen heeft, is winnaar.
3.1. Individuele boerengolf
Dit heb je nodig: weide
Zo doe je het: Ben je niet met voldoende om groepjes te vormen? Geen probleem. Je kan het spel één tegen één spelen.
3.2. Boerengolf in de stad
Dit heb je nodig: Boerengolfstokken en bal, voldoende stadskaarten voor elke groep
Zo doe je het: Duid op een kaart een aantal monumenten aan. In tegenstelling tot boerengolf speelt men bij deze variant niet naar een hole, maar naar een target. Dit kan een standbeeld, basketring, bank, voetbalgoal, e.d. zijn. Wie in zo weinig mogelijk slagen alle monumenten heeft geraakt met de bal, heeft gewonnen.
3.3. Bosboerengolf
Dit heb je nodig: Boerengolfstokken en bal, holes met vlag, een speelbos
Zo doe je het: Vervang de weide door een bos, en je hebt bosboerengolf. Markeer wel duidelijk de holes zodat alle teams weten hoe ze verder moeten.
3.4. Miniboerengolf
Dit heb je nodig: Boerengolfstokken en bal, holes, afbakenlint of touw, allerlei materiaal
Zo doe je het: Net zoals bij minigolf, moet je via allerlei kleine obstakels je weg banen door 10 ‘miniholes’. Baken een tiental terreintjes af met een oppervlakte van 10m x 2m. Leg enkele obstakels (vb. grote band, klein muurtje van hout) op deze miniholes, of baken deze af op een golvend terrein. Voila, de miniboerengolf competitie kan beginnen!
3.6. Levende holes
Dit heb je nodig: Boerengolfstokken en bal, fluitje
Zo doe je het: Vervang de holes door leden! Zo kan je 5 leden aanduiden die elk een hole zijn. Een groep moet zo snel mogelijk met de bal alle vijf leden raken. Een extra moeilijkheid: elke minuut mogen de levende holes 10 stappen zetten. Via een fluitsignaal weten de levende holes wanneer ze zich mogen verplaatsen
Materiaal
* Leren bal (diameter circa 14 cm)
* Schop om hole te maken
* Emmers: eventueel kan je emmers nemen om in de holes te plaatsen.
* Vlaggen: vlag aan stok om holes te markeren