Schrijf net zoveel namen van bekende personen op kleine papiertjes als er jongeren zijn. Plak een papiertje op het voorhoofd van elke jongere zonder dat ze weten welke naam erop staat (je kan ook namen van de jongeren zelf gebruiken). De jongeren proberen erachter te komen wie ze zijn door vragen aan de anderen te stellen. De vragen mogen alleen met ja of nee beantwoord worden, dus: ‘Ben ik een man/vrouw?’, ‘Ben ik ouder dan 40 jaar’ etc. Het is leuk om met z’n allen te gaan staan en door het lokaal te lopen: zo kan je gemakkelijk vragen aan elkaar stellen.
Groepsindeling
Deel de jongeren in duo’s op. Doe dit door touwtjes (1m lang) in de lengte naast elkaar te leggen en ze in het midden vast te houden. Het aantal touwtjes dat je nodig hebt is gelijk aan de helft van het aantal jongeren. Ga op een stoel staan en houd de touwtjes vast. Laat de jongeren elk een uiteinde van een touwtje zoeken. Twee jongeren zullen nu door hetzelfde touwtje met elkaar verbonden zijn en vormen een tweetal.
Interview
Vertel dat we elkaar gaan interviewen. Geef iedereen een A3-vel waarop het voorbeeld van de krant al getekend is. Op dit vel gaan de jongeren van degene die ze interviewen een krant of tijdschrift maken. Je stelt elkaar vragen over je ID-kaart, wat je graag doet of wat je blij maakt. Je kunt ook van elkaar een kleine cartoon maken of elkaars gezicht tekenen. De jongeren zijn vrij om er eigen vragen aan toe te voegen. Geef tot slot de krant een naam. Tip: het is altijd tof om te werken met een alliteratie, bv. Marleens Magazine, Mariekes Margriet …
NABESPREKING
Laat als leider je paspoort zien en vertel dat het voor een politieagent voldoende is om je paspoort te bekijken als hij wil weten wie je bent. Hij leest je naam, ziet je foto en dat is voor hem genoeg. Maar weet die politieagent dan werkelijk wie je bent? Weet hij bijvoorbeeld of je aardig bent of eerlijk? Of je bang bent in het donker of al een jaar verliefd bent op die ene jongen of op dat ene meisje? Nee, want dat is aan de buitenkant niet zichtbaar en staat al helemaal niet in een paspoort. Gelukkig maar, want niet iedereen hoeft te weten wie wij echt zijn.
Leg nu op de grond de kranten neer en vertel dat dit al een beetje meer toont wat er binnen in ons leeft. In ons hart en in onze gedachten. Of we blij zijn of boos, wat we denken, onze dromen. De krant is een metafoor voor wat je graag wilt delen over jezelf met de buitenwereld. Je kan dit aan anderen laten zien, maar dat hoeft niet. Misschien vind je het juist wel fijn om sommige dingen aan niemand te vertellen of wil je het wel vertellen, maar durf je niet. Dat is oké, je mag zeker ook een deeltje van jezelf voor jezelf houden.
Vraag nu het volgende aan de jongeren:
"Wat vond je van deze activiteit?"
"Heb je dingen bijgeleerd van anderen door te bladeren in de krant?"
"Vind je het soms moeilijk om jezelf te laten zien aan anderen?"
Vertel de jongeren dat het belangrijk is om zichzelf beter te leren kennen én graag te zien, onafhankelijk van de mening van andere mensen. Want mensen die zichzelf graag zien, die stralen! Lees je wat in (knaltip ‘ik (k)en mezelf') zodat je hen goede info en adviezen kan geven.
Vertel de jongeren dat ze op www.noknok.be meer toffe oefeningen voor thuis vinden om zichzelf beter te leren kennen en zichzelf graag te zien. Hang de poster op in het lokaal, en geef de jongeren een NokNok-postkaartje en sticker mee haar huis als herinnering aan de activiteit!