In de buurt van een vredig dorpje ligt een vulkaan. Een afgebakend terrein van ongeveer vier op vier meter vormt de vulkaan, in de krater van deze vulkaan ligt een bom (dit is een tennisbal bovenop een omgekeerde emmer). De lava van deze vulkaan is aan het opborrelen. Alles zal tot een verschrikkelijke uitbarsting komen als de lava te ver gestegen is en tot aan de lont reikt. De deelnemers zijn nu de dorpsbewoners van het bedreigde dorp en kunnen de vulkaan niet zien. Er worden
2 bewoners verkozen die een kijkje gaan nemen ter plaatse. Zij moeten de situatie uitleggen aan de rest van het dorp zodat er tijdens de dorpsvergadering een plan kan uitgewerkt worden om de bom uit
de krater te krijgen zonder dat de vulkaan uitbarst. (De emmer mag niet omver vallen.) En de bom mag de vulkaan (de grond) niet raken.
Als het plan uitgewerkt en besproken is, dan mag iedereen vertrekken naar de plaats van onheil waar verder niet meer gesproken mag worden en waar de vulkaan niet betreden mag worden.
Als het plan niet lukt mag er terug verzameld worden in de vergaderruimte om een nieuw plan uit te dokteren. Als hulpmiddel liggen er twee grote koorden.
Materiaal
touw en pikketjes om de vulkaan af te bakenen, emmer, tennisbal, 2 dikke, lange touwen