Zet iedereen in rijen. Als je vb. met 18 personen bent, maak je 4 rijen van 4 personen. Twee personen gaan niet in één van de rijen staan.
Iedereen gaat nu zo staan zodat hij/zij met gestrekte armen de vingertoppen van de persoon langs hem/haar en voor en achter hem/haar juist kan raken. Iedereen houdt de armen gestrekt en gaat met het gezicht naar dezelfde richting staan zodat er precies gangen gevormd worden.
Nu lopen de twee personen die niet in de rijen staan door de gangen. De ene moet de andere tikken. Als nu iemand vb. fluit moet iedereen die deel uitmaakt van de gangen, die gevormd worden door de gestrekte armen, zich 90° draaien naar links zodat de gangen nu in de andere richting zijn. Dit herhaalt zich tot de tikker diegene die moet lopen heeft kunnen tikken.
van Toon Vanreppelen, LJ/0601, Don Bosco Stal, Beringen