Engel en duivel

Engel en duivel

Speluitleg

Aspiranten staan op een keerpunt in hun leven: studiekeuzes, leiding worden, volwassen worden,…Dit brengt veel vragen met zich mee. Met deze methodiek bieden we hen handvaten en helpen we hen om bewust te kiezen. Hiermee kan je het gesprek opentrekken over hun vragen en bedenkingen . De aspiranten leren bewust keuzes maken en pro’s en contra’s te overwegen. Via deze methodiek kunnen ook verschillende aspecten van ‘in leiding staan’ verduidelijkt worden en zullen de aspiranten bewuster hun engagement als leiding aangaan of niet.

Verloop: 

Voorbereiding

  • Maak voor elke deelnemer een duivel/engel blad: maak door een lijn trekken twee kolommen op een blad en teken bovenaan een engel en een duivel, elks in een kolom.
  • Zet de woordjes (zie materiaallijst) op kleine kaartjes en verspreid ze in het lokaal.
  • Voorzie voor elke deelnemer een rode en groene flap.

Uitleg

De aspi’s krijgen een invulblad met een engel en een duivel, de engel staat voor motivaties, de duivel voor angsten of beperkingen.

In de ruimte liggen  kaartjes verspreid  met woorden. Er zijn ook blanco kaartjes waar aspi’s eigen ervaringen en vragen mogen op neerschrijven in trefwoorden. Je laat de aspiranten even rondwandelen, rondkijken .

Vervolgens  schrijven ze  in elke  kolom hun motivatie en angsten in volgorde  van belangrijkheid. Verplicht ze wel om in elke kolom minstens 3 zaken te schrijven: iemand die het helemaal ziet zitten om leiding te worden en gemotiveerd is zal ongetwijfeld ook vragen hebben die hij/zij niet onmiddellijk durft te stellen, op deze manier kan er toch een veilige setting gecreëerd worden om deze even te bespreken.

Nadien krijgt iedereen een rode en een groene kaart. Er wordt nu aan de aspi’s gevraagd om iets te vertellen over twee woorden uit hun engel/duiveldocument:  één die hen stimuleert om leiding te worden ervaren en één die zij ervaren als struikelblok.  Je mag alleen praten als je een kaart in het midden gooit: rood voor de twijfel, groen voor de positieve. Je mag zelf kiezen wanneer je je kaart in het midden gooit (wil je op iets inpikken, wil je het gesprek weer een positievere wending geven, … ?). Je mag wel vragen stellen aan iemand die zijn verhaal vertelt, maar om je eigen verhaal te doen, krijg je dus maar twee spreekbeurten.

Extra

Je kan deze methodiek ook doen:

Verspreid over het hele jaar.
Je doet deze methodiek in het begin van het werkjaar een eerste keer. Je houdt als leiding hun invulpapieren bij. Gedurende het werkjaar laat je de aspi’s in proefleiding staan, een LK-bijwonen, een fuif-organiseren, …
Halverwege het jaar doe je de gespreksmethodiek opnieuw. Bij de bespreking kan je ook al eens polsen wie er serieus van gedachte of motivatie veranderd is. Na een eerste bespreking neem je hun eerste versie er terug bij. Je kan nu ook vragens tellen over de verschillen, ‘toen zag je schoolwerk als een twijfelfactor, nu niet meer, waarom? ‘….
Op bivak kan hem vervolgens een derde keer uitvoeren.

Of één keer door het jaar.
Dan voer je de werkvorm 1 keer uit zoals hij is uitgelegd.

Variaties

  • Je begint na het invullen van de bladen een document voor te lezen  zonder te zeggen van wie het is. Bv.: We zoeken een persoon die denkt dat hij/zij in de week teveel tijd in de Chiro zal moeten steken (Vraag dan uiteraard wel dat de aspi’s hun naam op hun blad schrijven…). In het midden van de kring leg je een voorwerp, zoals een sjaal/fluitje. Als iemand een idee heeft van wie het hand zou zijn, probeert die de sjaal te pakken en het juiste antwoord te geven. Is het juist, krijgt die persoon een punt. Is het antwoord fout, dan lees je verder en proberen de aspi’s verder te raden.
  • Je laat de aspi’s per twee  hun werkblad aan elkaar voorstellen, en elkaar op die manier raad geven. (bijvoorbeeld mee op dropping)
  • In het midden liggen duiveltjes oren en engelvleugeltjes. De andere aspiranten mogen reageren in naam van de engel of de duivel, zo weet je ook wie het woord wil wanneer het niet haar of zijn verhaal is.
  • Je kan dit ook met je leidingsploeg doen, wanneer je motivatie aan bod wilt laten komen.
Materiaal
Woordkaarten met motivaties en twijfels (zie 'mogelijke woordenlijst') Eén invulblad duivel vs engel voor elke deelnemer Rode en groen flapjes of kaartjes Mogelijke woordenlijst: Een oudleider, steun ouders, vakantiejob, groepsgevoel, werken met jeugd, schoolvrienden, lief, kampherinnering, Chiromoment:…………………….., studies, werk van de aspifuif, vrienden buiten de Chiro, bijleren binnen de Chiro, veel verantwoordelijkheid, extra Chiro-activiteiten (eetfestijn, fuif, weekend,…) zijn er teveel aan, familieverplichtingen op zondag, geen geduld, Chiro is mijn leven, samen pintjes drinken, actief kunnen spelen, ik wil alleen met mijn beste vriend in leiding staan, andere Chirogroepen beter leren kennen, te veel verantwoordelijkheid, weekendwerk (zakgeld nodig), oudere broer/zus, schoolwerk, belangrijk op cv, ik kan geen leidi(st)er zijn, andere hobby, plezier, lachen, ervaring opdoen, …
BijlageGrootte
Bestand methodiekenfiches_spoor_zes 0 bytes
Organisatie
Chirojeugd Vlaanderen

Leeftijd

16
tot
18 jaar

Aantal spelers

2
tot
20 spelers
Duur
60 minuten
Intensiteit
rustig