De groep wordt in 2 ploegen verdeeld. In het midden van het veld wordt een streep getrokken met krijt (1 ploeg speelt links, 1 ploeg speelt rechts van de streep). Per ploeg worden achteraan het veld 'knotsen' (= kegels) geplaatst. De ploegen moeten binnen een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 5 minuten) trachten elkaars knotsen om te gooien met een bal (elke speler heeft een bal). Maar elke ploeg moet ook proberen de aankomende ballen te onderscheppen door hun lichaam te gebruiken (tegen de ballen stampen mag niet!). De ploeg die na het stopsignaal de meeste knotsen heeft overeind staan, is gewonnen.
Variaties
- Minder ballen per ploeg geven.
- Tennisballen i.p.v. gewone plastic ballen gebruiken.
- De spelers spelen het spel zittend op hun achterwerk of op hun knieën.