Het spel volgt de rubriek Homo Universalis uit Iedereen Beroemd. Elke dag krijgen 100 kandidaten een opdracht voorgeschoteld. De kandidaat die de opdracht het traagst of het minst goed volbrengt, moet het spel verlaten. De kandidaat die alle 99 opdrachten kan winnen en dus goed is in alles, wordt voor één jaar de Homo Universalis.
INKLEDING
Bord met het logo van homo universalis
Scorebord met wasknijpers: getallen uitprinten!
SPELUITLEG
Papieren vliegtuigje: vouw allemaal een papieren vliegtuigje en gooi het zo ver mogelijk.
Wasknijpers op rug: plak op iedereen zijn rug vijf wasknijpers, de kinderen proberen de knijpers zo snel mogelijk van het rug te halen en op de grond te plakken.
Verrassingspakket: pak een voorwerp in met veel laagjes krantenpapier. Geef het pakket aan de voorlaatste van de vorige opdracht. Dit lid scheurt één laagje af en geeft het pakket door aan iemand van zijn keuze. Die scheurt ook een laagje af en geeft het door. Wie het laatste laagje afscheurt, verliest.
Lengte inschatten: snij een touw af op een bepaalde lengte. De leden mogen om de beurt het touw vastnemen en gokken hoe lang het touw is. Diegene die het verst van de werkelijke lengte af is, verliest.
Schoensjotten: doe een schoen uit en steek je voet er half in, sjot nu vooruit en laat je schoen zo ver mogelijk vliegen.
Portrettekenen: de leden maken een zo goed mogelijk portret van een van de leiders/leidsters.
Patat op vork: laat de leden groepjes van twee vormen. Elk groepje krijgt een vork en een patat. De ene gooit de patat naar de andere en die probeert de patat op zijn vork te prikken. Het laatste groepje dat hier in slaagt, moet tegen elkaar duelleren en mogen zelf een gooier kiezen.
Tijd inschatten: de leden zitten met hun ogen dicht op de grond en proberen een minuut in te schatten. Als ze denken dat de minuut gedaan is, staan ze recht. Diegene die er het verst vanaf is, verliest.
Ballon omhoog houden: de leden proberen hun eigen ballon van de grond te houden zonder ze vast te houden. Als het te lang duurt, kan je hun beperken tot enkel hun handen of zelfs één hand.
Kaarsje doven: elk lid heeft op een aantal meter voor zich een theelichtje staan. Ze krijgen elk een spuitje en een emmer water in de buurt. Ze proberen hun eigen theelichtje met hun spuitje te doven. Ze moeten opletten dat ze hun buren niet helpen, want het laatste lichtje dat brandt, verliest de opdracht
Beker balanceren: de leden moeten een beker met water op hun hoofd balanceren terwijl de leiding mopjes vertelt. Wie het eerst nat wordt, verliest
Penaltycup: de leden proberen te scoren met een leider/leidster in de goal als keeper. Diegene die scoren, zijn safe, de andere proberen nog eens. Zo gaan we door tot er maar één iemand overblijft.
Tikkertje: de leden spelen twee minuten tikkertje in een afgebakend terrein. Wie de tikker is als de tijd stopt, verliest het spel.
Kaartenhuisje bouwen: de leden moeten een kaartenhuisje bouwen van drie verdiepingen.
Kop of munt: de leden gaan links staan als ze kop kiezen en rechts als ze munt kiezen. De leiding gooit een muntstuk op. De winnaars zijn safe en mogen apart gaan staan. We spelen opnieuw met de verliezers tot er nog maar één iemand overblijft.
Water bij de wijn doen: De leden liggen op hun rug op een rij. Bij het eerste en het laatste lid staan emmers, waarvan er één gevuld is met water. Het eerste lid vult het bekertje met water en geeft het door met zijn voeten. Degene die het bekertje laat vallen, verliest het spel.