I'm a superstar

Doel:

• stilstaan bij naar wie je opkijkt, wie jou voorbeelden zijn, en waarin je zelf ‘schittert’, iedereen schittert

Verloop:

1. Individuele voorbereiding + gesprek in (klein) groep:

·       Wie zijn jou sterren? Welke mensen staan voor jou in het licht/in de schijnwerpers? Naar wie kijk jij op?

·       Wanneer is iemand voor jou een ster?

·       Welke sterren heb je in onze samenleving? Dichtbij en veraf (media, sport, politiek, cultuur, gemeente, parochie, familie, school, …)

·       Kijk je naar deze sterren op? Waarom?

·       Sinds je die sterren hebt ontmoet/of er over hoorde: ben je dan dingen anders gaan doen? Spiegel jij jezelf eraan? Neem je er dingen van over? Heb je er dingen van geleerd?

·       Hebben ze jou aangewakkerd om dat ook te gaan doen, zo dat je denkt van “hé, dat wil ik ook!

2. Een ster schittert en heeft ook scherpe punten, het één bestaat niet zonder het ander. Ze houden elkaar in evenwicht.

Individueel:

Iedereen krijgt een eigen ster: ieder staat voor zichzelf kort stil bij:

·       zijn eigen scherpe, stekelige kantjes.(hervormingen)

·       Zijn schitterende, kanten (je talenten, je kwaliteiten)

Aan de ene kant schrijft ieder zijn scherpe kant aan de andere kant zijn schitterende kant.

Suggestie: Houten sterren te koop bij de banier. Het kwaliteitenspel kan hiervoor gebruikt worden!

De sterren worden neergelegd in de kring. Samen bekijken we van wie elke ster zou kunnen zijn? Er wordt een ster getrokken, gelezen wat er opstaat en de groep raadt van wie deze ster is.

Gesprek in de groep:

·       Herken je dat van die persoon? Zien wij deze beide kanten van deze persoon.

·       Vind je dat moeilijk of makkelijk om deze twee kanten van je te tonen?

3. Vervolgens wordt er een grote groepsster gemaakt met kwaliteiten van de groep en de scherpe kantjes van de groep.

Om beurten gaan de jongeren op deze grote ster staan. Ze zeggen voor de groep: “Ik ben … , mijn schitterende kant is …. en mijn scherpe kant is …”

Groepsgesprek:

• Hoe was dit om te doen? Wat vond je makkelijk? Wat moeilijk?
• Accepteren wij als groep de scherpe en de schitterende kanten van iedereen?
• Hoe gaan wij daarmee om?
• Hoe kleurt dit onze groep?