Je tekent met een stuk krijt een grote bakpan op de grond. Er wordt één iemand uitgekozen en krijgt de naam: 'Jan'
Al de andere lopen weg (en verstoppen zich). Jan gaat op zoek en als hij iemand gevonden heeft, moet die in de pan gaan zitten. maar de andere spelers mogen zwaaien naar de "gebakken spelers" en dan mogen die terug uit de pan, en zich terug gaan verstoppen.
Als Jan de zwaaiende speler zien zwaaien heeft, moet die speler ook in de pan.
Het spel eindigt wanneer alle spelers in de pan zitten.