Op de grond zijn twee strepen aangebracht (of touwen gelegd). De hele groep staat aan één kant van de twee touwen. Tussen de touwen liggen afhankelijk van het aantal deelnemers 1, 2, 3, … vaste eilandjes (dals: 30cm op 30cm). De groep krijgt
5, 6, 7, … bakstenen, klinkers, plankjes. De opdracht bestaat erin om ‘de rivier’ (tussen de twee touwen) over te steken zonder ‘het water’ te raken. Hierbij mag men de eilandjes gebruiken en de bakstenen (of het andere materiaal). Bij de bak- stenen moet echter gezegd dat als je zo’n baksteen niet meer raakt (met je hand of je voet), m.a.w. als hij los in de rivier komt te liggen, hij onherroepelijk wegspoelt. Dan zal de groep het met een baksteen minder moeten doen. Raakt iemand de grond, dan moet heel de groep opnieuw beginnen.
Materiaal
twee touwen of andere grondmarkering, een aantal dals, een aantal bakstenen (of klinkers of plankjes)