Ongelooflijk, ongelijkheid bestaat nog steeds

Link met het thema

Ongelijkheid in de wereld kan soms een gevoel oproepen dat het best omschreven kan worden als ‘ongelooflijk dat dit nog bestaat in onze wereld’. Dit gevoel van verontwaardiging en verbazing willen we oproepen met het onderstaande informatieve spel.

Doel

Jongeren ervaren ongelijkheid, namelijk het verschil tussen arm en rijk

Jongeren voelen de frustraties die met de ongelijkheid samengaan

Jongeren zoeken naar eigen ervaringen ver en dichtbij over ongelijkheid (niet enkel arm rijk) in hun leven

Verloop

Wereldhandelspel (1u30 min)

1.   Jongeren worden in groepjes van 3-4 mensen per tafel verdeeld. Er wordt per groep 1 vertegenwoordiger aangeduid. Per groepje moeten ze geld verdienen. Dit doen ze door ofwel te onderhandelen met andere groepen (zie verder) of figuren exact na te maken zoals werd gevraagd (zie verder).

2.   Elke groep heeft een aantal voorwerpen op tafel liggen. Geen enkele groep heeft al het nodige materiaal. Enkele groepjes zijn de rijke mensen (zij hebben veel materiaal, krijgen veel meer bij, verdienen gemakkelijk, worden zichtbaar geholpen), de andere groepjes zijn de armen (zij hebben weinig materiaal, er wordt veel strenger naar hun werk gekeken, krijgen minder snel iets bij, worden niet geholpen, … )

·       Schaar

·       Lijm

·       Wit papier

·       Gekleurd papier

·       Geo driehoek

·       Passer

·       Potlood

·       Stickertjes (slechts één groep)

·       Geld

3.   Er ligt op iedere tafel een blad met de waarde van het materiaal dat in het lokaal (en bij de verschillende groepjes) aanwezig is. Op dit blad staan ook de afmetingen en waarde van figuren die ze met dit materiaal kunnen en moeten maken. Bedoeling is dat de jongeren in hun groepje zoveel mogelijk figuren exact namaken en dit verkopen aan de bank, om zoveel mogelijk geld te verdienen. Let op, de begeleiding speelt een belangrijke rol in de behandeling van de verschillende groepen (namelijk of ze rijk of arm zijn). (zie verder)

4.   Groepjes kunnen geld verdienen door met andere groepen te onderhandelen, materiaal te verkopen,…  of door figuren te verkopen aan de bank. Indien deze niet perfect zijn worden ze verscheurd en krijgen ze geen geld.

à begeleiding is zeer streng over de figuren. (lees ze vinden altijd wel iets dat toch wel niet helemaal juist in orde is, of toch zeker bij bepaalde groepen namelijk de arme groepen)

à begeleiding loopt rond en neemt af en toe iets weg van de éne tafel en legt het op een andere tafel (rijke krijgen meer, armen moeten het met minder of minder goed materiaal doen)

à begeleiding laat zich niet doen, streng zijn moet!

Spel kan zo lang doorlopen als je wil.  Er zijn tijdens het spel nog enkele aanpassingen aan het principe mogelijk:

1.   Een groepje in het midden van het spel meer of minder materiaal geven. 

2.   De stickertjes, die voordien nutteloos waren zorgen ervoor dat een figuur 2x zoveel waard wordt.  Door dit in het midden van het spel te zeggen veranderen de machtsposities.

Nabespreking (30 min)

Doel is van de algemene ongelijkheid op de wereld, stapsgewijs dichter te komen in het leven van de jongere, door telkens een kleinere omgeving te nemen die steeds dichter bij de jongere aansluit.

·      Stoom afblazen: hoe voel je je na het spelen van het spel, hoe vond je het spel?

·      Verschillende gebeurtenissen tijdens het spel: wat is er allemaal gebeurd, hoe heb je je rol ingevuld, hoe was het om rijk/arm te zijn?

·      Wat is je bijgebleven: wat heb je geleerd?

·      Linken met de realiteit: in deze fase wil je de deelnemers ertoe aanzetten om het spel te vergelijken met de realiteit. Gebeurt dit in het echt ook? Hierbij vertrekken we van wat er in de wereld gebeurt, en gaan we telkens met stapjes dichter naar de leefwereld van de jongere.

§  De wereld

§  Je eigen land waarin je woont

§  Je eigen omgeving (jeugdbeweging, dorp, school, thuis, ... )

§  jongeren”cultuur” (vrienden, jongeren om je heen, jeugdverenigingen waar je lid van bent, …)

§  je gezin

§  jezelf

·      Wat als? Stel dat je het spel nog eens zou spelen, wat zou je anders doen? Stel dat we een gegeven aan het spel zouden veranderen, wat zouden de gevolgen zijn?

Wat volgt er nu? Deelnemers denken na over wat ze zouden kunnen doen aan een bepaalde situatie van ongelijkheid.