De pinkjes worden opgedeeld in twee groepen. Elke groep trekt het bos in en brengt aan een boom een duidelijk herkenningspunt aan. Van hieruit verbergen ze hun vier schatten. Per schat worden er drie genummerde aanwijzingen gemaakt, vertrekkende van het herkenningspunt. Wanneer dit gebeurd is keren de spelers terug naar het centrale punt om daar te duelleren voor de aanwijzingen waarbij de spelers die hun nummer horen om ter vlugst proberen hun filmpotje in een emmer te gooien. Wie het vlugst is krijgt een hint van de andere ploeg bv. B1 (bij het gooien naar de emmer respecteren de spelers een bepaalde afstand die aangeduid wordt). Als een ploeg alle aanwijzingen hebben gaan de de schatten van de tegenpartij zoeken.
Wie het eerst de vier schatten van de tegenspartij op de centrale plaats heeft is gewonnen.