De estafette gaat tussen twee afdakken/droge plekken. In het begin loop je met 2 over. 1 persoon loopt terug met de paraplu en neemt een nieuw iemand mee. Vervolgens loopt degene die het laatst onder de paraplu bijgekomen is terug met de paraplu en loopt terug. De groep die het eerst iedereen aan de overkant brengt, wint.
2 is te weinig, 3 is teveel Iedereen staat in een kring per twee. Ieder duo heeft een paraplu (of een opengeknipte vuilniszak), waarvan 1 iemand hem vastheeft. Er worden twee personen aangeduid die kat en muis zijn. Wanneer de muis “veilig” wil zijn, moet die onder een paraplu gaan staan. De persoon die de parpalu niet vastheeft, wordt kat. De kat wordt de nieuwe muis.
Kat en muis met paraplu’s of opengeknipte vuilniszakken Zelfde systeem als hierboven, maar zonder per twee in een kring te staan.
Voetbal onder zeil Maak twee ploegen. Elke ploeg krijgt een groot stuk stevige zwarte landbouwplastiek. Ze maken er een gat in waar alleen hun hoofd door kan. Versterk de gaten eventueel met plakband. Iedereen neemt plaats onder het zeil en steekt zijn hoofd door het zeil. Eén ploeg krijgt de bal en probeert de bal te dribbelen onder het zeil en de anderen te verrassen met een doelpunt. Tip: Met doorzichtige plastiek zijn beginners niet zo snel gefrustreerd.
Plastrekken Iedereen staat in een kring rond een plas en houdt handen vast. Je moet nu proberen om anderen in de plas te trekken zonder zelf in een plas te stappen.
Tikkertje in de plas Tikkertje. Je mag niet getikt worden als je in een plas staat. Je mag niet met 2 in een plas staan.
3 rotte eieren in de regen Iedereen staat dicht bij de leider. Die roept een naam en gooit een mouche bal omhoog. De anderen snelwandelen weg, ze mogen niet lopen. Wanneer die persoon de bal rechtstreeks vangt, roept die meteen een andere naam. Wanneer de persoon de bal niet rechtstreeks vangt, roept hij of zij “STOP”. De rest stopt met weglopen. De persoon met bal mag nu 5 stappen zetten en proberen iemand nat te maken door in een plas te springen. Wordt die persoon geraakt, krijgt hij een rot ei. Indien die persoon niet geraakt wordt, krijgt de plasspringer een rot ei. Hierna mag de plasspringer de bal omhoog gooien. Bij 3 rotte eieren krijg je een bijnaam.
Verstekeling: De groep wordt opgedeeld in twee groepen. 1 persoon van de eerste groep moet proberen een veld over te steken, verborgen onder een paraplu. De andere groep moet proberen raden wie die persoon is. De groep van de oversteker staat achter de andere groep, zodat ze niet kunnen zien wie er weg is.
10-bal met ponchoEr zijn twee ploegen, ze spelen 10-bal maar met hun regenponcho aan. De bal mag niet met de handen aangeraakt worden maar moet van speler naar speler gegooid en opgevangen worden met behulp van de regenponcho.
Tikkertje paraplu De groep speelt tikkertje. Iedereen heeft een paraplu. Wanneer een speler getikt wordt moet die zijn paraplu dicht doen. Hij regent dus nat. De speler kan alleen worden bevrijd doordat een andere speler zijn paraplu opnieuw komt openen.
Estafette met poncho aan De deelnemers moeten om beurt een bepaald parcours afleggen (onder een tafel, over een stoel, door een hoelahoep, over een bezemsteel, slalommen, ...)Ze dragen elk een poncho. Ze maken met hun armen en soort van kuiltje waar een bepaalde hoeveelheid water in wordt gekapt. Het water dat ze op het einde nog in hun poncho hebben zitten mogen ze in hun maatbeker kappen.
Tip: je kan ook nog andere spelen een draai geven en in de regen spelen!
- Vlaggenroof
- Pang pang
- Jagersbal
- Tik Tak Boem
- Levende postzak
- stoelenrace
- Big booty
- Ninja
Materiaal
25 paraplu’s
Mousse bal
25 vuilzakken
Schaar
2 grote stukken stevige landbouwplastiek (met telkens 10 gaten in voor hoofden)
25 regenponcho’s (niet herbruikbaar)
2 stoelen
Tuinslang met wateraansluiting
25 bekers (1 per deelnemer)
2 emmers met water
2 maatbekers