Dit spel is een variante op gotcha en een gewoon zoekspel. Op voorhand worden er kaartjes met de letters SFI in de stad omhoog gehangen. De spelers krijgen elk een blaaspijp met propjes en een kaartje met daarop de naam van een tegenspeler die zij moeten uitschakelen. Dit uitschakelen kunnen zij doen door de speler van hun kaartje ongemerkt (=zonder getuigen)aan te schieten. Is dit correct gebeurd, dat krijgt de winnaar (= speler A) het kaartje van de verliezer (= speler B). Speler B sluit zich aan speler A. Speler A moet nu de persoon die op het kaartje stond van de speler B proberen aan te schieten. Speler B mag enkel speler A nog verdedigen door er voor te gaan staan, en dus niet door zelf te schieten. Deze kenmerken zich door bv. een gekleurd lint op een goed zichtbare plaats te hangen aan hun lichaam). De personen die reeds zijn aangeschoten tellen niet meer mee als getuige! Zo speelt men verder totdat er uiteindelijk 2 personen overschieten (met elk zijn beschermelingen). Het spel is gedaan wanneer 1 van de twee zijn tegenstander heeft kunnen aanschieten. Waarvoor nu die SFI-kaartjes? De spelers kunnen deze in de loop van het spel bewaren. Wie op het einde van het spel de meeste kaartjes heeft verzameld is dus ook winnaar. Er zijn in dit spel dus 2 winnaars! Een winnaar bij gotcha en een winnaar in het zoekspel. Wat is nu de taak van de leiding? Deze doen ook mee aan het spel. Niet als speler, maar wel als tegenstrever. Hun doel is zoveel mogelijk SFI-kaartjes af te pakken (de helft van hetgeen de persoon in bezit heeft)en als getuige te spelen. Dit kan men doen door zelf met de blaaspijp iemand aan te schieten. M.a.w. heeft iemand van de leiding iemand van de spelers zien aan schieten, dat telt deze aanslag niet. De speler krijgt dan 10 seconden om zich uit de voeten te maken. Voor zijn tegenstrever wordt het nu wel wat moeilijker, want de speler weet door wie hij aangeschoten moet worden.
Variaties
Men kan als variante allerlei methodes gebruiken om iemand aan te schieten (rekkertje en propje, waterspistool, rekkertjespistool, ...)
Met kan de kaartjes onderverdelen in 2 soorten. De gewone SFI-kaartjes en dan een aantal kaartjes met daarop: attack. Deze attack-kaartjes kunnen gebruikt worden wanneer men aangeschoten wordt door de leiding (niet door een medespelers!!) De speler hoeft dan verder geen andere kaartjes meer af tegeven, maar is wel zijn attack-kaartje kwijt.
Opmerkingen
De afgenomen kaartjes door de leiding worden in de loop van het spel terug omhoog gehangen.
Spreek het terrein goed met de spelers af en overtuig hen om zoveel mogelijk alleen te werken!
van Stijn Huijghe, OJ/2106, Chiro Krikojo, Lebbeke