We kennen ze allemaal, de oudjes die je al van ver hoort denken: “Jawadde, de jeugd van tegenwoordig, ‘t is toch ook dat niet meer.” En we betrappen onszelf ook weleens op zulke uitspraken over oudere mensen, als we heel eerlijk zijn. Maar wat wordt er nog allemaal gezegd over de jeugdigen en niet-meer-zo-jeugdigen? Time to find out!
IN ‘T KORT
Dit is een inleefspel met uitdagingen dat je keti’s spelen in twee ploegen. Ze moeten zo snel mogelijk te weten komen wie van de andere ploeg welk stereotype uitbeeldt. Ze mogen daar enkel naar raden als ze een zelfgekozen battle gewonnen hebben.
VOORBEREIDING
Schrijf de stereotypes telkens op twee papiertjes. Maak twee stapeltjes met stereotypen over oudjes en twee stapeltjes met stereotypen over jongeren. Teken op een blad een smartphone en op een ander blad een bingokaart. Zorg ervoor dat er zowel op de smartphone als op de bingokaart evenveel rondjes of vakjes staan als de helft van het aantal leden van je groep. (Daarop komen later de namen van de ploegleden.) Zorg ervoor dat jullie voldoende materiaal in huis hebben om enkele battles in oudjes- en jongerenstereotypen uit te vechten. Denk aan: kaarten, bril, bal, smartphone, enz.
OUDEREN VERSUS JONGEREN Verdeel je groep keti’s in twee ploegen: de ouderen en de jongeren. Geef de ouderen de smartphone, de jongeren de bingokaart. Voor jullie de keti’s laten beginnen aan de opdrachten, laat je hen eerst los op de verkleedkoffer. Hoe meer ze zich verkleden, hoe makkelijker het is om zich in te leven. Geef zowel de oudjes als de groep jongeren een stapeltje met stereotypen. Ze moeten elk een stereotype krijgen, zonder dat ze van elkaar weten welk. Jullie mogen ook zelf niet weten welke keti welk stereotype kreeg. Het is de bedoeling dat ze zich inleven in hun rol, en dat jullie aan het eind van de namiddag raden wat ze uitbeeldden. Hieronder vind je een lijst met stereotypes die je kunt gebruiken.
Stereotypes overjongeren
De jeugd maakt te veel lawaai.
De jeugd kan niet zonder sociale media.
De jeugd is lui.
De jeugd kleedt zich raar.
De jeugd is afhankelijk van hun ouders.
De jeugd gebruikt drugs.
De jeugd is rebels
Stereotypes over oudjes
Oudjes zien niet zo goed.
Oudjes kennen iedereen in het dorp.
Oudjes spreken veel over ‘in mijnen tijd’.
Oudjes maken lekker eten.
Oudjes horen niet zo goed.
Oudjes kennen niets van multimedia.
Oudjes zijn afhankelijk van anderen.
BINGO VERSUS SMARTPHONE
e oudjes en de jongeren proberen van elkaar te raden welk stereotype ze uitbeelden. Geef elke ploeg ook een stapeltje met de stereotypes over de mensen in de andere ploeg. Om te mogen raden, moeten ze enkele opdrachten tot een goed einde brengen. Het leuke aan dit spel is dat de keti’s zelf beslissen welke opdrachten er gedaan worden. Daarvoor moeten ze dobbelen. Valt de dobbelsteen op een oneven getal, dan mogen de jongeren een uitdaging kiezen. Valt de dobbelsteen op een even getal, dan mogen de ouderen een uitdaging kiezen. Als de oudjes een spel winnen dat zij gekozen hebben, mogen ze één keer raden door een stereotype op de naam van een persoon van de andere groep te leggen op de bingokaart of op de smartphone. Als het juist is, blijft het kaartje liggen. Als het fout is, moet de groep het weghalen.
De uitdagingen: De bedoeling is dat de oudjes een uitdaging kiezen waar zij volgens de stereotypes goed in zijn. Denk aan: hoger-lager spelen, op één been met een wandelstok lopen, breien, petanque, enz. Jongeren kunnen ook denken aan uitdagingen waar zij beter in zouden zijn: voetbal, skaten, swipen, gamen, enz.
EINDE VAN HET SPEL Als één groep alle stereotypes aan de juiste keti’s heeft gelinkt, is het spel afgelopen. Zij winnen dan het spel. Brei er ook nog een gesprek aan: kloppen de clichés? Kennen zij oudere mensen die helemaal anders zijn? Wat met hun oma en opa? En zijn zij zelf wat anderen zoal over de jeugd beweren?
