Je verdeelt de groep in een aantal ploegen die het tegen elkaar opnemen. De kwis bestaat uit een aantal categorieën van telkens 8 vragen. Iedere ploeg heeft voor zich op een tafel 8 theelichtjes staan. Bij elke vraag kunnen ze beslissen of ze meespelen met die vraag of niet. Als ze het antwoord op de eerste vraag denken te weten, spelen ze mee door hun eerste kaarsje te doen branden. Kennen ze het antwoord op de tweede vraag bijvoorbeeld niet, dan laten ze hun tweede kaarsje uit.
Op het einde van elke reeks worden de antwoorden gecontroleerd aan de tafel, zodat ze geen kaarsje meer kunnen doven of aantsteken.
Als het kaarsje brandt:
antwoord goed = 2punten
antwoord fout = -2punten!
Als het kaarsje uit is kan men geen punten verdienen of verliezen.
Opmerkingen
Dank aan Steven Bayens, chiro St-Jan-Berchmans en Grabbelpas