De leerkracht van de toverschool komt binnen en legt uit dat alle kinderen vanavond hun diploma kunnen halen, maar dan moeten ze natuurlijk wel eerst slagen in alle testen.
Verloop spel (uitgebreide speluitleg, alle deelopdrachten uitleggen):
Eerst gaan we toverstaffen knutselen! De kinderen krijgen allemaal materiaal en mogen zelf kiezen hoe ze hun toverstaf maken. Ze krijgen hiervoor papier, stokjes enz. In het begin tonen we voorbeeldjes van hoe ze hieraan kunnen beginnn (bv. door het papier op te rollen) (± 20-30 min)
De tweede taak is om te testen of de kinderen wel slim genoeg zijn. De kinderen zitten in een kring en in het midden is er een tovenaarshoed, onder die hoed liggen allemaal voorwerpen (bal, stok, …). Één persoon verlaat de kring en er wordt een voorwerp weggehaald van onder de hoed, ze moeten raden welk voorwerp dit is. (we spelen dit een paar keer ± 10 min)
Snel zijn is zeer belangrijk, daarom moeten we testen of de kinderen dit wel zijn. De groep wordt in twee verdeelt, de heksen en de tovenaars. Ze gaan op twee rijen staan op ongeveer twee meter van elkaar. De moni verteld een fictief verhaaltje, als het woord heks voorkomt, dan lopen zij weg en moeten de tovenaars hun proberen te tikken. Lukt dit, dan veranderen ze van team. Omgekeers wanneer het woord tovenaar voorkomt. (± 10 min)
Om tovenaar te zijn moet je natuurlijk ook kunnen vliegen op een bezem. Om te zien of ze goed kunnen werken met een bezem, moeten de kinderen ‘limbodansen’ onder de bezem. De bezem gaat steeds lager en lager. (± 15 min)
Om de toverkracht van de kinderen te testen, moeten ze een magische bal 3/5 minuten lang in de lucht houden. Als dit niet meteen lukt, mogen ze opnieuw proberen. (max 15 min)
Natuurlijk moeten we ook testen of de kinderen goed zijn in zwerkbal, want dit is de belangrijkste sport bij tovenaars.Zwerkbal: er wordt een bal in de groep gegooid, het doel is om 10 keer te passen naar elkaar, terugpassen telt NIET. Maar, natuurlijk is het niet zo simpel, de professors lopen rond en proberen de bal af te pakken. (± 20 min)
Toveren is zeer belangrijk, daarom gaan we testen of alle kinderen de belangrijke toverspreuk “abracadabra" kennen. Alle kinderen staan in een cirkel en de professor staat in het midden. Deze draait rond met zijn ogen toe, wanneer hij stopt wijst hij naar een persoon in de cirkel. Deze persoon gaat zo snel mogelijk gehurkt zitten. Zijn twee buren draaien een rondje en degene die het eerst terug rond is, betoverd de andere en roept “abracadabra”. Degene die betoverd is gaat plat op de buik liggen, terwijl de gehurkte terug rechtstaat. Dit blijven we spelen tot er maar twee mensen meer over blijven. De laatste twee staan met de ruggen tegen elkaar, zetten 10 passen en dan omdraaien toveren. (± 15 min)
Alleen goede tovenaars verdienen hun diploma, we gaan dus testen of iedereen wel goed is. Er wordt één persoon aangeduid die de slechte tovenaar is, deze gaat eventjes weg van de groep. Dan duiden we een goede tovenaar aan, maar de slechte tovenaar mag niet weten wie dit is. De slechte tovenaar moet alle tovenaars proberen te verstijven door ze te tikken, maar als de goede tovenaar ze tikt, zijn ze terug vrij. Als de goede tovenaar getikt wordt, wint de slechte tovenaar. We spelen dit een aantal keer (15-20 min)
Einde spel (ook ingekleed):
De kinderen krijgen hun diploma en studeren af als tovenaars.
Materiaal
- knutselgerief toverstaf
- tovenaarshoed
- voorwerpen voor onder de hoed (+- 10)
- bal
- bezem
- diploma's