Vlotten bouwen met olievaten

Vlotten bouwen met olievaten

Speluitleg

Werkwijze

Zorg dat je zelf de nodige technieken kent of laat je helpen door een ‘kenner’. Bepaal vooraf hoe je de bouw zal aanpakken. Zorg er voor dat iedereen betrokken wordt.

Stap 1: uitmeten

Je legt telkens vier tonnen achter elkaar. Leg de tonnen zo dicht mogelijk bij elkaar. Wanneer je wat ruimte laat tussen twee achter elkaar liggende tonnen zal je later een grotere weerstand van het water ervaren. Tussen elke tonnenrij laat je 55 cm ruimte.

Dan probeer je uit op welke afstand de twee lengtebalken van een tonnenrij uit elkaar moeten liggen. De lengtebalken moeten zo liggen dat wanneer de dwarsbalk erop komt deze dwarsbalk de ton raakt. Om het werk later te vereenvoudigen kan je de ligging van de tonnen en de plaats waar de balken moeten komen met krijt op de vloer tekenen.

Stap 2: het skelet maken

Je haalt de tonnen weg en je legt de lengtebalken op de juiste plaats. Dus twee voor elke tonnenrij en eventueel telkens nog een lengtebalk tussen twee tonnenrijen. Hierop leg je de dwarsbalken. Een balk helemaal vooraan (hierdoor bescherm je de boegen) en een balk helemaal achteraan. Twee balken boven de eerste tonnen, twee balken boven de laatste tonnen. Telkens nog een balk boven de middelste tonnen.

Alle kruispunten worden vastgesjord met een kruissjorring (zie verder). Op de vier hoeken bevestig je de bouten. Dit maakt de constructie steviger. Je kan op elke zijkant eventueel nog een halve balk (in de lengte doorgezaagd) vastsjorren. Ook dit verstevigt het geheel. De bouten gaan dan op elke hoek door de drie balken.

Let op! Gebruik nooit nagels om je vlot in elkaar te timmeren. Door het varen is het vlot onderhevig aan de bewegingen van het water. De onder- delen moeten wat kunnen bewegen ten opzichte van elkaar. Dit kan alleen als je sjort. Door deze bewegingen kunnen nagels makkelijk lossen. Stevig sjorren en bouten en moeren op elke hoek gebruiken is dus de boodschap. Gebruik tijdens het sjorren eenvoudige knopen. Met een mastworp en een kruissjorring kan je dit vlot helemaal maken.

Stap 3: de boegen maken

Voor elke tonnenrij maak je een boeg. Als je deze boeg voor een tonnenrij bevestigt klief je het water en zo vaart het vlot beter. Voor elke boeg maak je met planken drie vierkante vlakken met een zijde van 76 cm. Deze is de doormeter van een ton. Je zet de drie vierkanten in een driehoek aan elkaar. Als deze constructies af zijn sjor je ze vast aan de eerste ton van elke tonnenrij.

Stap 4: het skelet op de tonnen bevestigen

Je legt de tonnenrijen op de juiste afstand op de grond, de voorste tonnen met de boeg. Hierop leg je het skelet. Elke ton wordt vastgesjord aan de dwarsbalken. Wanneer je de tonnen zou vastsjorren aan de lengtebalken kunnen de tonnen achteruitschuiven onder druk van het water. Je sjort de tonnen aan de dwarsbalken met een kruissjorring.

Stap 5: het dek maken

Je sjort alle planken van 4,25 m vast aan de dwarsbalken, ook weer met een kruissjorring.

Materiaal
* Twaalf olievaten van 200 liter * Acht dwarsbalken van 2,83 meter * Zes (of acht) lengtebalken van 4,25 meter * Planken voor 3 boegen * Planken voor het dek De olievaten Je moet twee tonnen per persoon rekenen. Voor zes personen heb je dus twaalf tonnen nodig. Bij een garagist (of ergens anders) kun je vast wel tonnen krijgen. Kijk na of de stoppen er nog op zitten. Zorg er voor dat ze goed uitgespoeld zijn. Vraag eventueel ter plaatse om dit te doen en verzegel ze nadien. Voor je de tonnen gebruikt moet je ze eerst controleren op hun stevigheid. Klop er overal met een hamer op. Zo ondervind je of de tonnen stevig genoeg zijn. Let vooral op grote roestplekken en gaten. Om de levensduur van de vaten te verlengen verf je ze met een anti-roestverf en nadien met een lakverf. Je neemt best tonnen van tweehonderd liter. Deze tonnen hebben een hoogte van 115 cm en een diameter van 76 cm. Ze kunnen elk tweehonderd kilogram dragen. Reken echter niet op tweehonderd kilogram last. Het vlot zelf weegt ook een pak en we willen toch een veilig vlot bouwen. Je kan ook kiezen voor plastieken vaten. Deze zijn lichter en gemakkelijker te onderhouden maar in regel kwetsbaarder. De balken Voor de balken neem je best dennenhout dat ongeveer een jaar geleden werd gekapt. Dit hout ‘leeft’ nog en zal zich dus wat naar je vlot zetten. Neem gelijke en rechte balken. Dit werkt gemakkelijker en zorgt voor een steviger resultaat. Voor de lengtebalken gebruik je balken van vijf tot zeven centimeter diameter. Voor de dwarsbalken gebruik je balken van zeven tot tien centimeter. Ontdoe de balken van hun schors en van alle andere uitsteeksels. Je kan op de gelijke balken telkens een streep van eenzelfde kleur schilderen. Zo weet je na het demonteren van je vlot welke balken de dwarsbalken en welke de lengtebalken zijn. De planken Je gebruikt planken om het dek van je vlot te maken. Planken zijn lichter dan balken en je krijgt een stabielere vloer. Je hebt ook enkele planken nodig om voor elke tonnenrij een boeg te maken. Het sjortouw Je gebruikt best manillatouw. Dit is net als sisaltouw van een plantaardige vezel gemaakt. Het is bovendien bewerkt met olie zodat het beter bestand is tegen water en zon. Nylontouw voldoet ook maar is niet zo bestand tegen zon. Als je het vlot demonteert, de touwen goed spoelt en laat drogen dan kan je hetzelfde touw vaker gebruiken. De bouten Om je vlot te verstevigen kan je op elke hoek een bout zetten. Je hebt dus vier stevige roestvrije bouten en moeren nodig die dwars door de lengtebalk en de dwarsbalk worden gezet. * Sjortouw * Vier bouten
Organisatie
KLJ