Waterpolo is een sport dus zijn er ook spelregels voorzien.Waterpolo is een doelspel voor 2 ploegen van elk 11 spelers van wie er zich echter telkens slechts 7 in het water bevinden.Gedurende 4 speeltijden van 5 minuten zuivere speeltijd (onderbrekingen tellen niet mee) tracht een team meer doelpunten te behalen dan de tegenpartij.
De bal mag met elk lichaamsdeel gespeeld worden maar niet met 2 lichaamsdelen tegelijkertijd aangeraakt worden.Alleen de doelverdediger is niet aan deze beperkingen gehouden; hij mag zich ook afzetten van het bassin van het zwembad om zijn doel te verdedigen; alle andere spelers nemen zwemmend deel aan het spel (hier kan je natuurlijk afspraken over maken in je eigen afdeling zodanig dat je niemand hoeft uit te sluiten).
Het spel begint zodra beide ploegen zich achter hun doellijnen hebben opgesteld met een fluitsignaal van de scheidsrechter en het werpen van de bal op de middellijn.De snelste zwemmer komt in het bezit van de bal en speelt hem toe aan zijn teamgenoot, zo mogelijk in de nabijheid van het doel van de tegenpartij.Elk team moet binnen hoogstens 45 seconden nadat het in het bezit van de bal kwam een aanval door een worp naar het doel van de tegenstander afsluiten.Gebeurt dit niet dan krijgt de tegenpartij de bal.
Wil een doelpunt geldig zijn dan moet de bal door minstens 2 spelers zijn aangeraakt.Als de bal door een aanvaller over of naast het doel geworpen wordt, als de doelman de bal kan vastgrijpen of de verdedigende partij de bal opvangt, gaat het team dat nu in het bezit van de bal is over tot de aanval.Door toespelen, snel zwemmen met verandering van plaats, “dribbelen” met de bal of doorgeven tracht men een medespeler in een gunstige en vrije schotpositie voor het doel van de tegenpartij te brengen.
Na elke doelworp en in de 2-minuten-durende pauze tussen de speelgedeelten kunnen beide partijen hoogstens 4 spelers wisselen; hervatting van het spel geschiedt door het team dat het doelpunt moet incasseren.
OVERTREDINGEN EN STRAFFEN
Eenvoudige fouten worden bestraft met een vrije worp.Dergelijke fouten zijn: het vasthouden van de speelveldafbakening of het doel, het omhoogspringen vanaf de bodem van het bassin, het doorzwemmen van de doellijn voor er gefloten is, het aanraken van de bal met beide handen, tegen de rug of de benen van een tegenstander zwemmen, het hinderen van een tegenstander zonder balbezit, het binnenzwemmen van het tweemetergebied van de tegenpartij uitgezonderd wanneer de spelers zich achter de lijn van de bal bevinden, een worp over de middellijn door de doelverdediger enz.
Ernstige overtredingen hebben de uitsluiting van de schuldige gedurende een minuut tot gevolg.De speler kan in het spel terugkeren na 1 minuut en/of na het scoren van een doelpunt.Een speler wordt uitgesloten als hij een tegenstander trapt, slaat, vasthoudt, onderdompelt, een lichte overtreding voortdurend herhaalt of een vrije worp, hoek- of strafworp van de tegenpartij hindert.De strafworp volgt na een ernstige overtreding binnen het eigen viermetergebied.Een speler van de tegenpartij mag na het signaal van de scheidsrechter, van de viermeterlijn af, direct en ongehinderd naar het doel werpen.Brutale spelhandelingen eisen de uitsluiting van de overtreder voor het hele spel.
SPEELTERREIN
Het speelterrein is best rechthoekig en heeft liefst een grootte van 8x20 tot 20x30 m.Het speelterrein (zwembad) wordt afgebakend door touwen waaraan dobbers zijn bevestigd.Kleine vlaggen aan de rand van de spelvlakte markeren de doellijn, de buitenspel-, de strafworp- (4 m) en de middellijn.
ALGEMEEN
1) Je ziet dat waterpolo niet zo eenvoudig is als het op het eerste zicht wel lijkt.Neem daarom dus rustig de tijd om de spelregels grondig door te nemen.
2) De speluitleg geef je best op voorhand (in je lokaal, de kleedkamers) zodat je je niet hees dient te schreeuwen in het zwembad zelf.
3) Je bespreekt best met de uitbaters van het zwembad op welk tijdstip je met de afdeling komt om te voorkomen dat jouw groep de overige zwemmers zou storen.
4) Niet iedereen zwemt evengoed.Hou hier rekening mee zodat het voor iedereen een aangename activiteit kan worden.