Verschillend gekleurde opgeblazen ballonnen worden verspreid op de grond gekleefd. Voordat de muziek start, wordt er een kleur afgesproken. Het is dan de bedoeling dat de leden tijdens het muziekje op weg zijn naar een ballon van de aangegeven kleur. Als de muziek stopt moeten ze allemaal op een ballon van de aangegeven kleur gaan zitten. Elke keer zullen er een paar ballonnen stuk springen. Er wordt opnieuw een kleur afgesproken en het spel start opnieuw. Elke keer wordt het aantal ballonnen kleiner. Als er niet voldoende ballonnen meer zijn moeten ze op elkaars schoot gaan zitten. Uiteindelijk zullen ook de sterkere ballonnen stuk springen.
