Je vervangt de boules van het spel door alledaagse voorwerpen die je vindt in en rond het lokaal. Voorwerpen die niks met petanque te maken hebben.
Bv een frisbee, een steentje, een sjaaltje, een kookpotdeksel, een plastic beker,… De voorwerpen mogen niet te groot zijn, je moet er nog steeds mee kunnen gooien.
Elk team krijgt een eigen voorwerp om mee te gooien. Je hebt dus van elk voorwerp evenveel exemplaren nodig als er teamleden zijn.
Het doel van het spel blijft het zelfde: je probeert zo dicht mogelijk tegen de but te werpen. Maar je werpt nu met het voorwerp van jouw team in plaats van met een boule.
Verschillende voorwerpen per team
Je vervangt de boules van het spel door alledaagse voorwerpen die je vindt in en rond het lokaal. Voorwerpen die niks met petanque te maken hebben.
Bv een frisbee, een steentje, een sjaaltje, een kookpotdeksel, een plastic beker,… De voorwerpen mogen niet te groot zijn, je moet er nog steeds mee kunnen gooien.
Elk team krijgt 1 exemplaar van elk voorwerp. Je kent ook aan elk voorwerp een andere waarde toe. Bv frisbee = 1 punt, steentje = 3 punten, sjaaltje = 5 punten, plastic beker = 2 punten,…
We veranderen de spelregels een beetje.
Het team dat de toss wint mag nog steeds de but uitgooien en beginnen. Zij mogen nu al eerste kiezen met welk voorwerp we eerst gaan gooien. Ieder team gooit om beurt het gekozen voorwerp zo dicht mogelijk tegen de but. Wanneer elk team heeft geworpen, wordt de winnaar van de ronde bepaalt.
Het team dat het dichts bij de but is geraakt, krijgt het aantal punten dat overeenkomt met het voorwerp.
Het team dat het verste van de but ligt, mag de volgende ronde starten en kiezen met welk voorwerp er nu wordt geworpen.
Tip: speel je met -12’ers, dan je elk voorwerp dezelfde waarde geven. Dat maakt de puntentelling eenvoudiger.
Materiaal
* Klein balletje, de but
* Verschillende alledaagse voorwerpen; aantal afhankelijk van aantal deelnemers