Wereld door elkaar geschud

Wereld door elkaar geschud

Speluitleg

Een orkaan heeft over de planeet aarde geraasd en heeft daarbij de wereld door elkaar geschud. De kapoenen worden verdeeld in 2 teams die strijden om de wereldkaart als eerste juist te leggen. 

Bij elk continent horen 2 opdrachten. Als ze beide opdrachten van een continent tot een goed einde brengen, krijgen ze een geprint continent. Het doel van het spel is om als eerste alle continenten te verzamelen en ze juist op de wereldkaart te plaatsen. 

Afrika

  1. Safari: We spelen time’s up met dieren. Een kapoen van een team komt naar voren en krijgt de opdracht om een dier uit te beelden. De rest van dat team moet raden welk dier het is. Voorbeelden: struisvogel, leeuw, olifant, tijger,  giraf, gorilla, krokodil, nijlpaard, chimpansee, stokstaart. 
  2. Afstandslopers: Voor deze opdracht spelen we kwartet. De kapoenen worden verdeeld in 4 groepen (2 groepen per team), met elk hun eigen inventaris van voorwerpen. Elke groep heeft 1 voorwerp van elke soort en alle groepen hebben dezelfde voorwerpen. Bij het startsignaal vertrekt 1 kapoen van elke groep naar een andere groep om een voorwerp te verzamelen. Pas als deze kapoen terug is, mag de volgende vertrekken. Als ze 4 voorwerpen van dezelfde soort verzameld hebben, leggen ze deze apart en mogen deze niet meer weggenomen worden door een andere groep. Het doel is om zoveel mogelijk kwartetten verzameld te hebben bij het eindsignaal. 

Antartica

  1. Pinguïns: De voeten van elke kapoen wordt aan elkaar gebonden met touw. Het is de bedoeling dat ze zo snel mogelijk een parcours afleggen als een pinguïn. 
  2. Ijs: We spelen petanque (curling). De kapoenen proberen met petanqueballen zo dicht mogelijk bij het doel te gooien. 

Azië

  1. Chopsticks: De kapoenen krijgen elk 2 stokjes. Het doel is om een blad door heel de cirkel door te geven tussen de stokjes zonder het te laten vallen. 
  2. Chinese muur: Het spel begint met alle kapoenen aan één kant van het terrein en één tikker in het midden (kapoen of leiding). Na het fluitsignaal lopen alle kapoenen naar de overkant. Als ze getikt worden gaan ze in het midden van het veld staan met de benen open als een ‘muur’. Na een tijdje zullen de kapoenen die willen overlopen door de benen moeten kruipen om aan de overkant te geraken. 

Australië/Oceanië

  1. Kangoeroes: Het bekendste dier in Australië is de kangoeroe. De kapoenen leggen een parcours af door haasje over te doen met heel de groep. De extra moeilijkheid is dat elke kapoen een ballon onder zijn T-shirt heeft als buidel. Deze ballon mag niet kapot gaan. 
  2. Down under: We spelen omgekeerd verstoppertje. Eén kapoen verstopt zich en de anderen tellen tot 50. Ze gaan op zoek naar de verstopte kapoen. Als ze hem vinden, gaan ze er subtiel en in stilte bij zitten, zonder dat andere kapoenen het opmerken.

Europa

  1. Schlagerzangers: Eén kapoen komt naar voren en neemt wat water in de mond. Hij krijgt de opdracht om een lied te gorgelen en de rest van de kapoenen moet raden welk lied het is. OF Eén kapoen komt naar voren en krijgt de opdracht om een lied te neuriën. De rest van de kapoenen moet raden welk lied het is. 
  2. Op reis: We spelen ‘ik ga op reis en ik neem mee’. De kapoenen zitten in een kring en één kapoen begint met de zin ‘ik ga op reis en ik neem mee…’ en zegt een voorwerp. De volgende in de kring herhaalt wat de vorige zei en voegt een voorwerp toe. 

Noord-Amerika

  1. Western: Eén kapoen wordt geblinddoekt en krijgt een knuppel om de schat (= voorwerpen naar keuze) te bewaken. Hij gaat op zijn knieën voor de schat zitten. Een kapoen van het andere team probeert de schat te stelen, zonder geraakt te worden door de knuppel. 
  2. Baseball: De kapoenen worden verdeeld in 2 groepen: slagers en vangers. In het veld liggen 5 honken in een cirkel waar de slagers rond moeten lopen om punten te scoren. Ze scoren 1 punt wanneer ze in verschillende pogingen de finish halen en ze scoren 5 punten wanneer ze in 1 poging de finish halen. De slagers slagen met een tennisraket zo ver mogelijk op de tennisbal. De vangers proberen de bal te vangen en zo snel mogelijk terug naar de basis te brengen. Ze mogen niet met de bal in de handen lopen. Bij een vangbal (= de bal vangen zonder dat die de grond raakt) wisselen de slagers en vangers van positie. Anders wisselen ze nadat iedere slager één keer geslagen heeft. 

Zuid-Amerika

  1. Jungle: We spelen 2 is te weinig, 3 is te veel. De kapoenen staan per twee in een kring: ze gaan op hun buik liggen, waarbij de ene kapoen op de andere ligt. Er een tijger en een muis aangeduid. De tijger moet de muis proberen tikken. Als dat lukt wordt de tijger de muis en omgekeerd. Maar de muis kan wegvluchten en zichzelf in veiligheid brengen door op een duo te gaan liggen. De onderste kapoen kruipt dan onder de stapel uit en wordt de nieuwe tijger. 
  2. Carnaval: Dans staat centraal tijdens het carnaval in Brazilië en daarom spelen we de stoelendans. We zetten per kapoen een stoel in de cirkel - 1. Wanneer de muziek start, dansen de kapoenen rond de cirkel. Wanneer de muziek stopt proberen de kapoenen zo snel mogelijk op een stoel te gaan zitten. Degene die overblijft zonder stoel, valt af.
Materiaal
Continenten (geprint) Voorwerpen kwartet (minstens 10 kwartetten) Touw Petanqueballen BBQ-stokjes Papier Ballonnen Voorwerpen schat (minstens 5) Knuppel (krantenpapier) Tennisrakket Baseballknuppel Tennisbal Kegeltjes Muziekbox Muziek
Organisatie
Scouts Sint-Rochus

Leeftijd

6
tot
12 jaar

Aantal spelers

0
tot
60 spelers
Duur
180 minuten
Aantal groepen
6 groepen
Terrein
Intensiteit
matig