Hondenhotel

Hotel tekenen op karton en een foto van elke hondensoort afdrukken. Wanneer ze een spel tot een goed einde brengen mogen ze de hond in het hotel plakken.

• Poedel: geblinddoekt parcours
  Verdeel de kinderen per twee. Eén van hen wordt geblinddoekt: dit is de poedel. Die moet blindelings een parcours afleggen dat je vooraf klaar legt vb. onder een bank, slalommen tussen kegels, doorheen een hoepel springen, over een rij stoelen lopen, koprol maken… Het baasje loopt mee en moet de poedel instructies toeroepen. Het baasje mag de poedel niet aanraken om die bijvoorbeeld in de juiste richting te duwen.

• Pitbull: boterpikken

• Windhond: levend kwartet
  Verdeel de leden per 4. Er zijn 4 hoepels met verschillende voorwerpen. De groepen moeten 4 dezelfde voorwerpen hebben maar ze mogen enkel op handen en voeten lopen.

• Dalmatiër:
  Verdeel de groep in twee teams. Elk team krijgt een kleur toegewezen. Je hebt bijvoorbeeld een team Rood en een team Blauw. De twee teams lopen op het veld met elk een verfvinger in de kleur van hun team. Ze moeten proberen om een lid van het andere team te stippen met hun vinger. Wanneer dit gebeurt dan wordt die persoon deel van het andere team. Een voorbeeld: wanneer een lid van team Blauw, iemand van team Rood aantikt dan hoort die laatste vanaf nu bij team Blauw. De persoon in kwestie veegt zijn/haar/hun vinger af en gaat verder met een blauwe verfvinger. Hiervoor vraagt het lid verf aan jou. Vanaf dan speelt het lid voor het andere team tot hij/zij/die terug getikt wordt door iemand van het andere team (in dit geval, team Rood). Het spel gaat door tot iedereen bij dezelfde kleurenploeg zit of tot de tijd (10 minuten) om is. Op het einde van het spel telt iedereen het aantal stippen per persoon.

• Chihuahua: stoelendans
  Op het liedje chihuahua van dj Bobi

• Labrador: hondenhok
  Kinderen staan per 2 (1 iemand is hond, andere is het hondehok) in een cirkel met 1 à 2 meter tussen elkaar. Bij het fluitsignaal gaan de honden in de cirkel in 1 richting rondlopen. Bij het tweede fluitsignaal, moet de hond zo vlug mogelijk naar zijn kot lopen. De hond moet tussen de benen zitten van degene die het kot speelt. Wie als laatste in zijn kot toekomt, valt af.

• Bordercollie: emmerfrisbee
  Verdeel de kinderen in 2 groepen. Iemand van elk team zal rondlopen met een emmer. De twee ploegen proberen nu een frisbee in de emmer te krijgen. 

• Maltezer

Iedereen zit in een cirkel met een beker en een rietje. Om de beurt gooien ze met een dobbelsteen. Wanneer iemand 6 gooit mag die persoon proberen zoveel mogelijk maltesers via een rietje aan te zuigen en in zijn beker te krijgen. Deze persoon mag blijven proberen tot iemand anders 6 gooit. Wie na 10 minuten (tijd beetje inschatten als ze bezig zijn) de meeste maltesers in zijn beker heeft wint. 

• Duitse herder
  Alle spelers, uitgezonderd één, zitten in een ruime kring. De overblijvende speler zit met een blinddoek in het midden van het terrein en bewaakt een voorwerp (het been). De spelbegeleiding wijst een andere speler (de hond) aan die het been van de bewaker moet afpakken. De hond sluipt langzaam naar het been. De bewaker luistert goed om te horen vanwaar de hond komt. Als hij in de goede richting wijst, moet de hond terug naar de mand. Als de hond het been weet te bemachtigen, mag deze bewaker spelen.