De spelers zitten in een kring en er worden 2 luciferdoosjes doorgegeven. Wie ze krijgt, gooit ze op. Vallen de 2 doosjes met dezelfde kant naar boven, dan mag die speler naar het tafeltje lopen. In het midden van de kring staat een tafel waarop 2 appels en een aantal kledingstukken liggen. Eerst moet men de kledingstukken aantrekken. Dan mag men met behulp van mes en vork van de appel snijden en opeten. Ondertussen worden de lucifersdoosjes verder doorgegeven. Is er een andere speler die raak gooit, dan moet diegene die aan het eten is, onmiddellijk stoppen. De volgende speler trekt de kleren aan en mag appel eten.
Materiaal
2 luciferdoosjes, enkele appels, mes en vork, enkele kledingstukken