Materiaal: een autoband een tiental kleine ballen (bv. tennisballen), krijt.
Er worden twee ploegen gevormd: A en B.
Ploeg A staat klaar aan de vertreklijn met de autoband, klaar om die te kunnen voortrollen op z'n kant. Ploeg B staat op het speelveld tussen de vertreklijn en het keerpunt op ongeveer 20 meter.
De eerste speler van ploeg A rolt de autoband tot een keerpunt en terug. Ondertussen proberen de spelers van ploeg B balletjes door de band te gooien. De spelers blijven wel buiten de doorgang van 5 meter waar de A-spelers de band rollen. Als alle A-spelers aan de beurt zijn geweest, rolt ploeg B de band.
Welke ploeg maakt de meeste doelen door de band ?
Varianten:
- In een estafette: ofwel worden autobanden voortgerold als een hoepel; ofwel ligt op het keerpunt een band, waar moet doorgekropen worden.
- Voor de ploeg staat een paaltje opgesteld. Om beurten rollen de spelers een band naar een paaltje, en krijgen punten voor hun ploeg: 1 punt als de band het paaltje raakte, maar verder rolt, 2 punten als de band tegen het paaltje blijft liggen of staan; 3 punten als de band over het paaltje valt.