Iedereen gaat schouder tegen schouder in een kring staan (gezicht naar binnen). 1 persoon gaat in het midden staan. Hier ben je best met minstens 7 ongeveer, omdat de persoon in het midden anders tegen de kring staat. 1 persoon in de kring heeft een bal achter zijn rug. De middelste persoon weet niet wie het is. De bal wordt doorgegeven en de middelste persoon moet raden waar de bal is (hetzelfde principe als telefoontje of ring doorgeven, ).
Als het maar niet lukt, gaat iedereen een 30-tal cm achteruit. Zo staat iedereen niet meer tegen elkaar en is het mogelijk de bal te zien. Lukt het nog niet, dan gaan we nog eens 30 cm achter-uit.
van Toon Vanreppelen, LJ/0601, Don Bosco Stal, Beringen