Deelnemers laten stilstaan bij hun eigen leven met alle kwaliteiten, vaardigheden, houdingen, inhouden, enz.
Verloop:
Deel 1: boek maken
De deelnemers krijgen de opdracht om een boek te maken over zichzelf, over hun leven. Natuurlijk wordt er niet verwacht dat ze het hele boek uitschrijven. Het is de bedoeling om de kaft van het boek te ontwerpen op zo’n manier dat het voor zich spreekt en symbolisch is voor de rest van het ongeschreven boek over zichzelf. Het is een individuele opdracht, dus het is niet de bedoeling dat ze met anderen overleggen.
Natuurlijk moeten we de opdracht nog iets specifieker maken, zodat de deelnemers concreet weten wat er van hen verwacht wordt. Op hun kaft moet vermeld staan:
-een titel (je kan afspreken om voor iedereen de eigen naam als titel te gebruiken)
-een ondertitel
-een korte inhoud op de achterkant
-inhoudsopgave met hoofdstukken
Om het hen makkelijker te maken hebben we wat richtvragen geformuleerd die hen kunnen helpen bij het ontdekken van hoe hun kaft er kan uitzien. Het is aan de begeleiders om te bekijken of ze de richtvragen op een papiertje aan elke deelnemer geven of ze in de grote groep overlopen en eventueel op een flap schrijven.
-Gebruik je jouw echte naam, een schuilnaam, een bijnaam, een koosnaampje?
-Ga je het boek zèlf schrijven of doe je een beroep op een ghostwriter? En wie mag jouw boek dan schrijven? Iemand die je kent of die je net niet kent? Durf je het vragen?
-In welk jaar is het boek uitgegeven?
-Bij welke uitgeverij wordt het boek uitgegeven?
-Is het een dik of een dun boek?
-Gebruik je persvermeldingen op de achterkant?
-Wat moet er zeker in? Wat mag er zeker niet in?
-In hoeveel exemplaren wil jij je boek uitgeven? Wie mag het allemaal lezen? Wie mag het zeker niet lezen? Wíl jij je boek uitgeven?
Zo zijn er nog wel andere verdiepende vragen te vinden die de deelnemers kunnen helpen bij het opstellen van hun boek over hun leven.
Als bijkomende opdracht kan je hen naar een nieuwe naam voor zichzelf laten zoeken. Jakob kreeg na zijn worsteling de naam Israël wat “ik heb met God gevochten” betekent. Welke nieuwe naam zouden zij aan zichzelf willen geven? Op deze manier kan het verhaal van de jaarthemamap aan de opdracht gekoppeld worden.
- Wordt deze nieuwe naam je nieuwe titel?
- Gebruik je die nieuwe naam als naam van de auteur?
- Schrijf je het op de achterflap, in het voorwoord, …?
Deel 2: Boekenbeurs
Nadien organiseer je een boekenbeurs. Iedere deelnemer kiest een plekje op die boekenbeurs toebedeeld zodat anderen naar de voorstelling van hun boek kunnen komen kijken.
- hoe stel jij je plaatsje voor? Zie je alleen de rug van het boek? Leg je hem zo dat je voor- en achterkant kunt zien? Kan je rond je boek lopen? Waar kies jij je plaats?
De bespreking van de boeken kan je op twee manieren aanpakken, naargelang de veiligheid binnen de groep.
Je kunt bij elk standje papiertjes leggen waarop de geïnteresseerden een vraag kunnen schrijven gericht aan de auteur. Nadien kan de deelnemer zelf een aantal vragen uitkiezen om in groep te beantwoorden.
Je kunt er ook voor kiezen om na hun bezoek aan de boekenbeurs telkens één auteur centraal te stellen zodat diegene die willen er vragen aan kunnen stellen.
Deel 3: Afsluiten
1) Bezinnend tekstje (uit tekst- en gebedenbundel lopend vuur)
Ik
Een boek…
Ja, dat ben ik
een boek
van wel 1000 bladzijden dik.
Op de eerste pagina
een naam,
mijn naam.
Het begin van een nieuw levensverhaal.
Ik blader door mezelf
ik, het boek.
Draai een aantal bladen om en denk:
“Wat was het toen toch goed!”
Mijn bladen,
enkele volgepend,
maar nog een hoop voor de toekomst.
Als een boek nog zonder einde.
Schrijf jij me vol met de pen van liefde en geluk?
Bea
2) Afsluitend rondje: Wat blijft je bij van deze boekenbeurs? Vat samen in 1 woord.