Iedereen zit op zijn gemak op de grond in een grote kring.De begeleiding doet mee.
Eerst zegt iedereen in wijzesklok zijn / haar naam. Da's een eerste kennismaking. Deze namen moeten natuurlijk onthouden worden.
De bgeleiding brengt daarom een eerste voorwerp ( bv. een klein balletje ) in het spel. Hij / zij gooit die naar een medespeler nadat de naam riep. Deze gooit weer door naar iemand anders. Maar telkens moet men eerst de naam roepen.
Het voorwerp moet bij iedereen 1 keer geraken. De laatste gooit uiteindelijk terug naar de eerste ( begeleiding ).
Iedereen onthoudt naar wie hij het voorwerp heeft gegooid want het voorwerp moet steeds hetzelfde traject onophoudelijk blijven volgen.
Nadat iedereen het spel ( én het traject ) wat te pakken heeft, wordt een 2de voorwerp in het spel gebracht. Deze moet op identiek dezelfde wijze een 2de ( dus ander ) traject vomen.
Het 1ste voorwerp blijft ondertussen rondgaan.
Het spel wordt drukker en complexer na het inbrengen van een 3de, 4de of zelfs 5de voorwerp.
Variaties
Je zal misschien niet ieders naam weten na dit spel maar wel de namen van de personen naar wie je jouw voorwerpen moest gooien. En zo leer je stapje per stapje de namen van iedereen in de groep.