Chirocycle? Dat gaat over recycling, upcycling en precycling. Ziehier een spel in quotes!
SPELUITLEG
Knip de kaartjes met quotes uit en leg ze ondersteboven op een tafel. Om beurten draai je een kaartje om en lees je het stukje tekst voor. Vraag wat de aspi’s over de quote denken en bespreek met je ploeg wat jullie hier zelf thuis en in de Chiro concreet aan kunnen doen.
QUOTES
Blik
Om één blik te maken van nieuwe grondstoffen wordt evenveel energie verbruikt als bij het recycleren van twintig blikken.
Plastic
Elk stukje plastic ooit gemaakt, bestaat nog altijd. Ergens.
Kopen
Kopen is zoals stemmen. Steun ondernemingen die je wil zien bloeien.
Glas
Glas is 100 % recycleerbaar. Er kunnen eindeloos nieuwe flessen van gemaakt worden, zonder verlies van kwaliteit.
Doen versus plannen
Kleine daden doen is beter dan grote acties plannen. (Peter Marshall)
Plastic lepel
Het is behoorlijk verbazingwekkend dat onze maatschappij het punt heeft bereikt waar de inspanning om olie uit te grond te halen, het te verschepen naar een raffinaderij, het om te vormen tot plastic, het in de juiste vorm te gieten, dit naar een winkel te vervoeren, te kopen en naar huis te brengen, wordt beschouwd als minder inspanning dan een lepel af te wassen nadat je hem hebt gebruikt.
Nodig
We hebben veel minder nodig dan we denken nodig te hebben. (Maya Angelou)
Tweede planeet
We leven op deze planeet alsof we een tweede hebben waar we naartoe kunnen. (Terri Swearingen)
Weg?
Als je iets weggooit: denk. Er is geen ‘weg’.
SPELEN
Blik
Vijs enkele uitgewassen blikken tegen een plank (klop eerst met een spijker een gaatje in de onderkant). Zet de plank op een kast tegen de muur en speel darts met papieren vliegtuigjes. Enkel de vliegtuigjes die in de blikken blijven zitten, krijgen punten.
Plastic
Zoek plastic flessen bij elkaar en speel een variant op de water bottle flip challenge. Zoek filmpjes op YouTube voor inspiratie: kleine en grote flessen, met of zonder dop, vol of halfvol.
Kopen
Deel de groep op in twee ploegen, elke ploeg staat op een rij aan weerskanten van het speelveld. Iedereen houdt de handen voor zich uit met de handpalmen naar boven. Eén aspi gaat naar de andere ploeg en klopt op ieders handpalmen. Wanneer die aspi de onderkant van iemands handen aantikt, moet hij of zij zo snel mogelijk naar de eigen ploeg teruglopen. De persoon van wie de handen onderaan getikt werden, moet die aspi namelijk zien te tikken. Lukt dat, dan verhuist deze aspi naar de andere ploeg.
Glas
Neem enkele lege flesjes en leg op ieder flesje een stapel kaarten. Speel in kleine groepjes kaartje-blaas: blaas om beurten enkele kaarten van het flesje. Wie de laatste kaart wegblaast, valt uit.
Doen versus plannen
Plan een kleine actie voor de rest van het jaar en voer ze uit. Spreek af dat je enkel nog brooddozen en drinkbussen gebruikt, of dat het lokaal extra vuilnisbakken krijgt zodat alles gesorteerd kan worden. Ga met de fiets op kamp of eet met z’n allen tien dagen vegetarisch.
Plastic lepel
Het woord lepel is een palindroom. Dat wil zeggen dat het achterstevoren hetzelfde woord blijft. Laat de groep in ploegjes zo snel mogelijk op zoek gaan naar nog vijf andere woorden die palindromen zijn (kok, koortsmeetsysteemstrook, negen, kaak, Hannah, Otto).
Nodig
Twee ploegen gaan in twee rijen staan, elk aan een kant van het speelterrein. Ze staan met hun gezichten naar buiten zodat ze elkaar niet zien. De begeleiding neemt van elke ploeg een speler en zet hen rug aan rug in het midden zodat zij elkaar niet kunnen zien. Na een signaal draaien de twee ploegen zich om en beelden ze – zonder woorden of ander geluid – de persoon van de andere ploeg uit zodat degene in het midden kan raden wie achter hem of haar staat.
Mijnenveld
Teken met krijt een rooster op de grond. Spreek met je medeleiding af in welke vakken er geen bommen liggen: er moet een pad vrij zijn om van de ene kant naar de andere te gaan. Een eerste speler stapt in een vak van het rooster. Als er geen bom in ligt, mag de speler naar voren, naar links of rechts stappen. Ligt er wel een bom, dan valt de speler uit en vertrekt een tweede persoon van de groep in een poging aan de overkant van het mijnenveld te geraken.
Weg?
Maak twee ploegen en baken een lange, smalle strook af als terrein. De twee ploegen beginnen in het midden van de lange strook. Ploeg 1 gooit een bal zo ver mogelijk richting ploeg 2. Op de plaats waar ploeg 2 de bal vangt, mogen zij gooien richting ploeg 1. De ploeg die als eerste over de achterlijn van de andere gooit, wint.