Competitie der koninkrijken

Speluitleg:

• Zorg ervoor dat je koninkrijk als enige koninkrijk kan overleven!

Groepsindeling:

• Er worden minstens 3 groepen gemaakt. Dit kan zowel willekeurig gemaakt worden door bijvoorbeeld van elke speler 1 schoen te verzamelen. Daarna verdeelt de begeleiding de schoenen willekeurig in 3 groepen. De spelers behoren tot de groep waar hun schoen ligt. Er kan ook gekozen worden om de groepen bewust te laten indelen door de begeleiding om ervoor te zorgen dat ze gelijkwaardig verdeeld zijn in elk opzicht.

Spelverloop:

• Iedere groep stelt een koninkrijk voor. Iedere groep stelt een koning aan, deze zal doorheen het spel leider van het koninkrijk zijn en doorslaggevende beslissingen moeten maken. Tot slot verzint ieder koninkrijk een originele naam voor zijn koninkrijk.
• Tijdens elke ronde duelleren 2 koninkrijken tegen elkaar. De andere groepen kunnen toekijken en aanmoedigen.
• De koning uit het winnende koninkrijk mag een speler van het verliezende koninkrijk stelen. Deze speler sluit nu aan bij het winnende koninkrijk. Enkel de koning mag niet gekozen worden, deze moet het koninkrijk uiteraard blijven leiden. Het verliezende koninkrijk zal nu met een speler minder de duels moeten aangaan.
• Bij ieder duel zullen er dus spelers gestolen worden. Uiteindelijk zal een koning alleen overblijven in zijn team. Hij zal dan ook alleen een duel tegen een ander koninkrijk moeten aangaan. Verliest hij dit duel, dan sterft zijn koninkrijk uit en blijven de andere koninkrijken over. Hij sluit dan aan bij het koninkrijk rijk dat het duel tegen hem won.
• Er wordt afgewisseld in de duels. Koninkrijk A start in een duel tegen koninkrijk B. Hierna zal koninkrijk B duelleren tegen koninkrijk C. Vervolgens zal koninkrijk A duelleren tegen koninkrijk C enzovoort.

Mogelijke duels:

• Touwtrekken
• Kruiwagenrace: maak een parcours. Eén speler zit in de kruiwagen en één speler rijdt met de kruiwagen door het parcours. Iedere speler van het team moet het parcours tweemaal uitvoeren. Eenmaal als bestuurder van de kruiwagen en eenmaal in de kruiwagen zitten. De groep waarvan iedereen als eerste zowel bestuurder als passagier geweest is, wint.
• Stoelenrace: Het team krijgt een beperkt aantal stoelen waarmee ze het terrein moeten oversteken. Niemand mag hierbij de grond raken. Het team dat als eerste de overkant bereikt wint.
• Pictionary: één speler tekent een door de begeleiding gekozen spreekwoord. Zijn eigen team mag als eerste 45 seconden raden. Na deze 30 seconden mag het andere team ook beginnen mee raden. Ieder team tekent 3 spreekwoorden. Wie hiervan de meeste geraden heeft, wint.
• Tienbal: het team dat als eerste 10 passen naar elkaar kan geven zonder de bal te laten vallen en zonder dat de bal wordt aangeraakt door een speler van het andere team, wint het duel.
• Uitbeelden: één iemand per team beeld een liedje uit. Tijdens de eerste 45 seconden mag enkel het team van de uitbeelder raden. Na deze 45 seconden mag ook het andere team beginnen raden. Ieder team beeldt 3 liedjes uit. Wie de meeste liedjes geraden heeft, wint. (kan ook gespeeld worden met gorgelen of een kazou)
• Muurzitten: alle spelers zitten tegen een muur met de benen in een hoek van 90 graden. Het koninkrijk van de speler die het langste kan blijven zitten, wint het duel.
• Sloefschieten: elke speler werpt met zijn voet 1 schoen zo ver mogelijk. Het team van de speler die zijn schoen het verste kon wegschoppen, wint het duel.
• ……..

Speleinde:

• Het spel is afgelopen wanneer er slechts 1 koninkrijk overblijft. Deze koning kan zich de sterkste koning met het sterkte rijk noemen!