In het midden van het terrein staat iemand met de bal en de rest staat er allemaal rond. De eerste gooit de bal omhoog en roept ondertussen: DOOD AAN...(naam van iemand uit de groep) bijv. 'JAN'.
Iedereen loopt weg, behalve Jan die zo snel mogelijk de bal probeert te vangen. Zodra hij dit heeft gedaan roept hij STOP en iedereen moet blijven staan.
Nu kan Jan 3 grote passen zetten richting iemand van de groep.
En dan mag hij gooien. Is het raak dan mag deze persoon DOOD AAN roepen (pas als iedereen terug verzameld heeft). Mist Jan dan probeert hij terug de bal te nemen terwijl de rest verder weg mag lopen.
van david De Poorter, OG/3125, St-Lutgardis, Papegem