Piet begint. Hij zegt tegen Jan: "Jan, dit is mijn oor", terwijl hij zijn elleboog vasthoud. Jan moet dan de juiste reflex hebben. . . en zijn oor vastnemen en zeggen: "Piet, dit is mijn elleboog". Als Jan juist antwoord, mag hij verdergaan, anders probeert Piet nog eens iemands reflexen.