Een iemand is Jan en gaat vooraan staan (dat kan een begeleider zijn of een kind).
Jan zegt wat de anderen moeten doen me hun handen (bv. JAN zegt handen op het hoofd,Jan zegt handen op de buik).Als de persoon vooraan voor zij opdracht niet 'Jan zegt' voor zegt mag deze opdracht niet uitgevoerd worden (bv. handen op het hoofd,handen op de buik).
Elke keer als iemand de opdracht toch uitvoerd is deze af en moet hij op de grond wachten tot er 1 iemand overblijft,die speler wint. Dan wordt er een andere Jan gekozen.
Variaties
Per twee: je moet je handen om de andere leggen als er een van de twee fout is moet degene dat juist wachten tot en andere zijn partner ook afvalt tot er zo op het einde 1 koppel over blijft en dat zijn de winaars.