In de grote dierenwereld leven allemaal verschillende dieren samen. Elk dier heeft zijn eigen talenten en ook zijn eigen gebreken, dus soms moeten ze hulp vragen aan de andere dieren om te overleven. Voor de dieren is het heel belangrijk dat ze elkaar kunnen vertrouwen. Vandaag is het aan de speelclub om ons te tonen hoe de dieren dat precies doen, want er heerst een groot tekort aan water en enkel als de dieren samenwerken, zullen ze de geheime bron vinden.
Uit Dubbelpunt februari 2022
In het kort
Verschillende dierengroepen ontdekken via spelletjes de talenten van hun dier. Enkel door alle talenten in te zetten, kunnen ze samenwerken en de eindopdracht goed uitvoeren. En dat is nodig om een geheime waterbron te vinden en alle dieren te redden van de droogte.
Voorbereiding
Verdeel de speelclub in ploegjes van twee à drie spelers. Afhankelijk van de grootte van jullie groep kunnen jullie dan ook het aantal dieren of het aantal speelclubbers binnen een dierenploeg aanpassen.
Maak een puzzel van evenveel stukken als er ploegen zijn. Op die puzzel staat het laatste spel (estafette met water). Daarna krijgen ze de rebus. TIP: stop elk stuk in een envelop met een tekening van het dier op, dan hoef je zelf niet te zoeken naar het juiste stuk per spel.
Maak een rebus die de speelclub naar de waterbron leidt, bijvoorbeeld: ‘De voorraad water is verstopt in het speelclublokaal.’ Zorg ervoor dat die rebus lang genoeg is zodat je hem in genoeg stukken kunt verdelen onder de dierenploegen. TIP: stop elk stuk in een envelop met een tekening van het dier van een ploeg op, dan hoef je zelf niet te zoeken naar het juiste stuk per spel.
Icoontjes of tekeningen van elk dier, die de speelclubbers op hun trui kunnen kleven om te tonen welk dier ze zijn.
Zorg dat je al een paar zinnen klaar hebt voor het slangenspel.
Materiaal
Puzzelstukken
Rebus
Grote emmer water
Twee vlaggen
Blinddoeken
Jutezakken
Verkleedkleren
Lege flessen
Touw met een parel aan
Verdeling in ploegen
Verdeel de speelclub in ploegen door hen allemaal te vragen om op jullie signaal een dier na te doen en dan de spelers te vinden die hetzelfde dier nadoen.
Voorbeelden van dierenploegen (je kan er toevoegen of verwijderen naarmate de grootte van je groep):
Mollen, die blind zijn
Slangen, die niet kunnen praten
Leeuwen, die trots zijn
Cheeta's, die snel zijn
Hazen, die springen
Mieren, die klein zijn
Olifanten, die groot zijn
Spelverloop
We beginnen de namiddag met allemaal spelletjes die te maken hebben met de talenten van de dieren. Na elk spel krijgt het dier van wie het talent is een stukje puzzel. Als al die spelletjes gespeeld zijn, leggen ze de puzzel bij elkaar en is het tijd voor de eindopdracht. Die opdracht is een water-estafette van alle dieren tegen elkaar. Elke ploeg die klaar is, krijgt meteen een stukje van de rebus.
Mollen: Van elk team is één iemand geblinddoekt. Verspreid die geblinddoekte spelers over het terrein. Zij moeten nu terug bij hun team te geraken. Hun teamgenoten mogen enkel roepen, ze mogen niet naar hun teamgenoot gaan.
Hazen: Een zaklooprace omdat hazen zo goed kunnen springen. Heb je geen jutezakken, dan kan je haasje-over spelen (om het snelst naar de overkant).
Olifanten: maak een piramide (om het hoogst). Je kan zelf beslissen (volgens de handigheid van jouw speelclubbers) of ze met zichzelf een piramide maken of met objecten.
Mieren: Elke speelclubber krijgt een touw met daaraan een parel: die stelt de mier voor. Dat touw binden ze rond hun heupen. Op de grond staat er een leeg flesje waar ze de parel in moeten laten zakken zonder met hun handen aan het touw te komen.
Cheeta’s: verdeel je speelclubbers in twee ploegen, maar zorg dat de dierenteams niet gesplitst worden. In het speelveld ligt een vlag en staan de spelers van ploeg 2. De spelers van ploeg 1 moeten de vlag bemachtigen. Edward loopt als eerste naar de vlag, de rest van zijn ploeg blijft staan. De ploeg in het veld mag proberen Edward te tikken zodra die begint te lopen. Het is de bedoeling dat ze Edward aantikken zodat hij moet blijven staan. Daarna is het de beurt aan iemand anders van ploeg 1, bijvoorbeeld Soan. Hij probeert Edward vrij te tikken en loopt dan verder naar de vlag. Edward en Soan blijven opnieuw staan als ze aangetikt worden. Dat spelen we totdat de vlag bemachtigd is en alle spelers van ploeg 1 vrij zijn. Daarna draai je de rollen om en mag ploeg 2 de vlag proberen te bemachtigen.
Leeuwen: De speelclubbers verkleden zich allemaal in een zelf verzonnen personage en komen zich daarna heel trots voorstellen aan de leiding. Let er op dat iedereen trots is en een verhaaltje vertelt.
Slangen: Ze moeten een zin doorgeven maar zonder te praten, dus door uit te beelden. Kies makkelijke zinnen, bijvoorbeeld ‘slangen zijn boos’, zodat de speelclubbers het makkelijk kunnen uitbeelden.
Einde van het spel
Nu hebben de speelclubbers alle stukjes van de puzzel. Die puzzel vormt een tekening van een waterestafette. Zet voor elk dierenteam evenveel bekers water klaar als er teamleden zijn. Een van de spelers, bijvoorbeeld Ciri, loopt naar de eerste beker water. Die drinkt ze leeg. Daarna loopt ze terug naar haar team en tikt ze de volgende speler aan. Die loopt ook naar de bekers om er een leeg te drinken. Het team dat er het snelst in slaagt om alle bekers leeg te drinken, wint. Dat team krijgt als eerste een stukje van de rebus. Maar in hun eentje kunnen ze de waterbron niet vinden. Daarvoor hebben ze alle stukjes van de rebus nodig. Lossen ze samen de rebus op en vinden ze de waterbron?
De rebus kan bijvoorbeeld de zin vormen: ‘De voorraad water is verstopt in het speelclublokaal.’ Zorg dan dat er op die plaats heel veel water is (bijvoorbeeld meerdere flessen of emmers of een waterfonteintje). Hoera! Alle dieren zijn gered.
TIP: Heb je niet genoeg tijd? Geef dan in de plaats van de puzzel van de waterestafette meteen de rebus.