De kleuters staan in een kring met de handen op hun rug. De leerkracht staat in het midden. De leerkracht gooit de bal rustig naar een willekeurig kind. Als het kind de bal vangt en terug gooit dan mag het blijven staan, de handen gaan weer op de rug. Als de bal op de grond valt, is het kind af en moet het gaan zitten. Soms fopt de leerkracht een kind door te doen alsof het gooit. Wanneer de handen van het kind voor de leerkracht zichtbaar worden is het kind af en moet het gaan zitten. Het spel gaat door totdat er 1 kind overblijft. Evt. kan dit kind dan in het midden staan bij het volgende spel.