Doel: Het is niet de bedoeling dat de groep meteen gaat improviseren. Dit moet je opbouwen door de volgende spelletjes te doen. 1 De kreet: * basishouding (voeten uit elkaar en door de knieën gaan) * ichi-wa (rechter voet vooruit zetten en hard) * ichi-woe (linker voet erbij zetten en hard) * ichi-wiiiii (eerst voeten samen in de lucht springen en dan vinger op hoofd plaatsen en een toertje draaien) 2 Handje klap 3 We gaan in een kring staan en we bewegen de rechterhand van boven naar beneden. Er begint 1 iemand met een woord te zeggen vb: zee en de volgende zegt als haar rechterhand omhoog gaat een woord daar mee te maken heeft vb: strand, zo kan je eindigen met een heel onderwerp =) 4 Imiteren van emoties -> kring 5 Eén iemand komt naar voor en de rest van de groep zegt om de beurt een woord. De persoon die voor de groep staat probeert deze woorden te onthouden met al deze woorden een verhaal te verzinnen. 6 De treincabine (per 4): Laat de leden een personage trekken en laat ze improviseren =) personages: *dief *moederskindje *voetbalsupporter komt van een gewonnen match *stripteaseuse *een gestresseerd iemand *luierik *stotteraar *non *betweter *zieke man/vrouw *Betty *oma *macho *zwerver *een verlegen iemand *roddelaarster