In de beschutte plaats waar jullie samenzitten, moet er, volgens een oud gebruik altijd een vuurtje branden als er mensen aanwezig zijn. Sprokkel daarom eerst wat hout en maak een klein kampvuurtje. Maak er ook wat soep of warme chocomelk op klaar. Daarna vertelt iemand volgend verhaal:
Er was eens een ridder die van een verre reis terugkomt en dan merkt dat hij door zijn jonkvrouwe bedrogen werd. Hij trekt zich terug in een grot ver van de bewoonde wereld, besluit zich op de vrouwen te wreken, smeedt een duivels plan, lokt schone jonkvrouwen naar zijn grot door prachtige melodieën op de fluit, bedrijft de liefde met zijn slachtoffers waarna hij ze in het gezicht verminkt met zijn ijzeren handschoen en daarna verdrinkt in de dichtstbijzijnde rivier. De mensen die de lijken naderhand vonden, dachten dat er een beer zat in de grot. Op een dag was er een knappe schrandere jonkvrouw, de dochter van de schout van Charleroi, die nieuwsgierig was en vrijwillig op zoek ging naar de 'beer'. Zij vertelde hem een verhaal tijdens het bedrijven van de liefde maar weigerde het einde te vertellen. Daarvoor zou ze de volgende dag terugkomen. De ridder was zo benieuwd naar de afloop van het spannende verhaal dat hij haar liet leven. Tot de volgende dag ? waarop ze weer een spannend verhaal vertelde zonder einde. Zo ging het dagen, weken, maanden lang door tot de ridder uiteindelijk verliefd werd op haar. Samen trokken ze terug naar het dorp om er te trouwen. Maar ? ze hadden niet gedacht aan al die woedende dorpelingen. Die bekogelden bruid en bruidegom met stenen uit de rivier tot ze dood in het water stortten en afdreven. Sindsdien huizen er in de bossen en weiden rondom vreemde krachten.
Eens om de zoveel jaar, als de som der cijfers van het betreffende jaar juist 2 (of 3 of 4) telt, keert geen levende maagd uit deze streek terug. Tenzij ? ze spannende verhalen kan vertellen natuurlijk!
Daarna kunnen jullie volgende opdracht aangaan:
Maak samen knotsgekke, spannende of ontroerende verhalen en probeer zo dus aan de duivelse krachten te ontsnappen.
Volgende verhaaltechniekjes zetten je al een eindje op weg:
Verteltechniekjes:
1. Een vurig verhaal: Er wordt een brandend stokje doorgegeven. Degene die het vasthoud vertelt één of enkele zinnen van een verhaal en geeft de fakkel verder. De volgende gaat weer verder met het verhaal. We proberen ons verhaal afgerond te hebben op hetzelfde moment dat de fakkel dooft.
2. ABC-verhaal: Eerste zin begint met A, volgende met B, enz.
3. Personage-verhaal: Ieder bedenkt voor zichzelf (of voor zijn buur) een personage. (Kan ook met behulp van hoofddeksels.) Iemand begint met een verhaal te vertellen waarin zijn personage voorkomt. Op een gegeven ogenblik komt er een tweede personage in het verhaal voor (iemand anders uit de kring) en die neemt het vertellen over.
4. Vanuit afgesproken woorden: Eerst doen we een kringassociatie. Dit wil zeggen dat iemand begint met een woord op te noemen en de volgende moet onmiddellijk daarna (zonder na te denken) een woord opnoemen waaraan hij denkt als hij het eerste woord hoort. De derde speelt dan weer onmiddellijk in op dit tweede woord enzoverder. Als de kring rond is, gaan we een verhaal bedenken waarin deze woorden (in dezelfde volgorde) voorkomen. Ieder vertelt dus weer een stuk.
5. Verklarende verhalen: Iedereen moet een legende of sage ofzo verzinnen om de betekenis van zijn of haar achternaam (of dorp van afkomst ofzo) te verklaren.
6. Echt gedroomd of zelf verzonnen: Ieder vertelt een droom die hij of zij dikwijls droomt of juist een heel unieke droom die hij of zij gehad heeft. Met z?n allen proberen we dan deze droom te verklaren.
7. Verhaal vanuit voorwerpen: Iemand neemt een willekeurig voorwerp uit de jutte zak en begint een verhaal rond dit voorwerp te vertellen. Daarna wordt de jutte zak aan iemand anders gegeven. Deze persoon trekt er ook een voorwerp uit en vertelt vanuit dit verhaal gewoon verder. Zo gaat het door tot de zak leeg is of totdat iedereen geweest is.