Levende rawkibingo

Levende rawkibingo

Speluitleg

Bingo, is dat alleen voor oude mensen die niets beters te doen hebben? Niets is minder waar als je er een levende bingo met voorwerpen van maakt. Dan wordt het een race tegen de klok, waarbij de rakwi’s hun charmes moeten gebruiken om de juiste voorwerpen in handen te krijgen. Wie zoekt, die vindt.

DOEL VAN HET SPEL

De rakwi’s strijden in groepjes om zoveel mogelijk bingo’s te verzamelen. Dat doen ze niet op de klassieke manier met getallen, maar daarvoor moeten ze nu voorwerpen verzamelen. Wie de meeste rijen voorwerpen en dus de meeste bingo’s bijeen krijgt, is de winnaar!

SPELVERLOOP

Voorbereiding: Maak reuzenbingokaarten voor de rakwi’s. De kaarten moeten 36 vakjes hebben (6 x 6). Zorg ervoor dat de vakjes 10 cm lang en 10 cm breed zijn, want er moeten voorwerpen op kunnen liggen. Laat het lot bepalen welke voorwerpen op welke bingokaart geschreven worden. Sommige voorwerpen zullen bij meerdere groepen voorkomen, andere zullen bij niemand op de kaart staan. Bedenk 75 voorwerpen. Schrijf elk voorwerp op een papiertje. Geen inspiratie? Je vindt hieronder een lijst met 75 voorwerpen. Kijk op voorhand na of het haalbaar is voor de rakwi’s om de voorwerpen te zoeken in of rond de Chirolokalen. Ze mogen eventueel hulplijnen gebruiken. Voorzie het volgende materiaal: een fluitje, karton met gaten in en tennisballen.

  1. kussen
  2. tandenborstel
  3. tandpasta
  4. slipper
  5. All Star-schoen
  6. onderbroek
  7. steen
  8. gras
  9. pennenzak
  10. zeep
  11. tijdschrift
  12. blauwe sok
  13. zakdoek
  14. bloem 
  15. handdoek
  16. washandje
  17. bad
  18. brief
  19. pen
  20. knuffel
  21. Chirorok
  22. muggenstick
  23. Chiroshort 
  24. T-shirt
  25. boterham
  26. choco
  27. confituur
  28. mes
  29. vork
  30. lepel
  31. bord
  32. soepkom
  33. beker
  34. suikerklontje
  35. haarelastiekje
  36. borstel
  37. shampoo
  38. slaapzak
  39. stoel
  40. sjaal
  41. roze sok
  42. stok
  43. blad
  44. papier
  45. lijm
  46. schaar
  47. potlood
  48. steunzool
  49. topje
  50. klein lepeltje
  51. water
  52. zonnebril
  53. pet 
  54. boek 
  55. zonnecrème 
  56. aftersun
  57. kleedje
  58. bikini
  59. papieren hoed
  60. markeerstift
  61. alcoholstift
  62. nagellak
  63. wit T-shirt
  64. jeans
  65. haarspeld 
  66. zwart topje
  67. riem
  68. drinkbus
  69. brooddoos
  70. jas 
  71. regenjas
  72. bh
  73. sandaal
  74. zwemshort
  75. haargel

Groepsverdeling

Schrijf alle namen van de rakwi’s op een apart papiertje. Gooi ze in een kom. Laat je assisteren door een rakwi om papiertjes te trekken. Verdeel de rakwi’s zo in ploegen van ongeveer vijf spelers. Geef elk ploegje een bingokaart.

De loting

Net zoals bij bingo moeten de bingolotjes getrokken worden. Je kunt alle papiertjes met voorwerpen in een kom doen, en dan elk groepje er eentje uit laten trekken. Maar je kunt er ook een wedstrijdelement aan koppelen. Maak bijvoorbeeld gaten in een stuk karton. Op de achterkant van het karton zet je nummers bij de gaten. Laat de rakwi’s met een bal naar het karton gooien. De nummers corresponderen dan met een bepaald voorwerp. Of wat je ook kunt doen: kommetjes met lotjes maken, waarin de voorwerpen per categorie zitten. Zo hebben de rakwi’s die de lotjes mogen trekken invloed op het soort woord dat eruit zal komen.

Vakjes afdekken

De rakwi’s moeten zoveel mogelijk vakjes van hun rooster zien af te dekken. Dat kunnen ze doen door op zoek te gaan naar het voorwerp dat geloot werd. Als het woord slaapzak uit de loting komt, moeten ze in en rond de Chirolokalen op zoek gaan naar een slaapzak. Die zoektocht mogen ze op allerlei manieren aanpakken: zelf op zoek gaan, de oudere afdelingen om hulp vragen, enz. Als ze er een gevonden hebben, leggen ze de slaapzak op het vakje ‘slaapzak’. De rakwi’s moeten hier tactisch over nadenken: ze mogen kiezen naar welke voorwerpen ze op zoek gaan en met hoeveel ze gaan zoeken. Maar ze moeten opletten. Wanneer alle leden van een ploegje terug zijn, begint de volgende loting. Als iedereen van je ploegje tegelijk wegloopt, kan het zijn dat je de volgende loting mist. Er mag per geloot kaartje ook maar één ploegje een voorwerp inleveren en het op hun bingokaart leggen. Als bijvoorbeeld een ploegje het suikerklontje vindt, en een ander ploegje komt twintig seconden later ook met een suikerklontje aan, dan mogen zij dat niet op hun kaart leggen.

Bingo!

De rakwi’s halen een ‘bingo’ als ze een verticale, horizontale of diagonale rij van zes vakjes bedekt hebben. Als ze bingo hebben, moeten ze op de bingofluit blazen. Alle rakwi’s moeten dan onmiddellijk terugkeren naar hun bingokaarten.

Tip: Beslis op voorhand of jullie de lotjes die al getrokken zijn opnieuw in de loting stoppen of dat ze voorgoed uit het spel verdwijnen. Of laat de Rawki's opdrachten doen om de lotjes die al getrokken zijn weer in de loting te stoppen.

EINDE VAN HET SPEL

Bepaal op voorhand wanneer het spel eindigt. Leg bijvoorbeeld vast hoeveel bingo’s een ploegje bereikt moet hebben om te kunnen winnen of stel een tijdslimiet in.

Organisatie
Chirojeugd Vlaanderen

Leeftijd

10
tot
12 jaar
Intensiteit
matig